Sinai
De charme van Sharm
Sharm el Sheikh. Het klinkt als de naam van een onbeduidende nederzetting, verborgen in een uithoek van een droge en hete woestijn. En dat was het ook, tot zo’n twintig jaar geleden. Wie op het idee komt om op zo’n plek een badplaats van formaat te gaan ontwikkelen, ik weet het niet, het zullen er wel meerdere geweest zijn. Een simpel maar gouden idee: zon, warmte, woestijn, een waanzinnig mooie onderwaterwereld. De ingrediënten voor een toeristische bestemming van formaat liggen hier voor het oprapen en die hotspot gaan we dan ook creëren. Zorg voor het geld, hotels, casino’s, disco’s, vergeet Mc. Donalds, Starbucks en het Hard Rock Café niet, en het komt allemaal goed. Zelfs hier in de woestijn. Het succes is inmiddels bekend: Sharm is één van de drukst bezochte zonbestemmingen voor Europese vakantiegangers.
Het mag duidelijk zijn dat aan stadsplanning, of op zijn minst de ontwikkeling van een visie hierop, niet werd gedaan. Time is money, dus werd er, zoals dat vaker gebeurt, gestampt: hotels, resorts en winkels verrezen in recordtempo op deze zandvlakte. En toch is Sharm, dat zich uitstrekt van Naama Bay, vlak bij het vliegveld, tot Old Sharm, zo’n 10 kilometer meer westwaarts, niet eens zo’n onaardige stad. Maar wel een stad zonder ziel. Zonder kleur. Of het moeten de kleuren van de woestijn zijn. Geel, en bruin. Niemand die zal malen om een stad zonder ziel. Sharm heeft zon, zee, avontuur om de hoek (Sinai) en lekker eten en drinken in de aanbieding. Volop zelfs. En daarvoor kom je naar Sharm. Niet zo zeer voor de couleur locale.
Die is er, ondanks deze gecreëerde stad, wel degelijk. Want hoe modern en op de Europeaan gericht Sharm ook is: het is en blijft Egypte. Het is geen Europa. En daarmee gingen wij toch wel behoorlijk in de fout.
Enkele dagen voor Kerstmis. Met de kaarsjes aan en omringd door de geuren van een compleet dennenbos blader ik tevreden door een foldertje, dat zojuist in de bus is gevallen. Mijn oog valt op een aanbieding Egypte. Weekje Sharm el Sheikh voor een spotprijsje. Wel snel vertrekken graag. “Schat, waarom gaan we volgende week niet eens lekker een weekje naar Egypte?”. Bij ons thuis zijn dit gevaarlijke uitspraken. We zitten dan gegarandeerd een week later midden in de vakantiefolder. Ook dit keer stellen wij onszelf niet teleur. Op Nieuwsjaarsmorgen zitten we aan de Rode Zee.
Op onze laatste dag kuieren we rond in het moderne centrum van Sharm. Veel hebben we hier eigenlijk niet meer te zoeken, vinden we. Het is ons meer te doen om de wandeling zelf. We bedenken dat we voor één persoon aan het thuisfront nog geen souvenir hebben. In die dagen deden wij daar nog aan: altijd een cadeautje meenemen uit het land waar we zojuist vandaan kwamen, voor iedereen. Inmiddels liggen diverse huizen tot aan de zolder toe volgepropt met snuisterijen uit alle windstreken en kunnen wij zelf ons huis moeiteloos transformeren in een derde wereldwinkel. De gewoonte hebben wij afgeschaft, met ieders instemming.
Er moest nog een fles parfum gekocht worden. Geen probleem in Sharm. Een winkel was snel gevonden. Door de etalage keken wij wat deze nering in de aanbieding had. Ons oog viel op een fles parfum, merk A. Dat moest het worden. Snel naar binnen, vragen wat het kost, inpakken, afrekenen en wegwezen.
Fout, fout. Helemaal fout.
Natuurlijk kennen we van eerdere reizen de gebruiken. Op de markt koop je iets ‘snel’, over twee tomaten en een paprika hoef je niet lang na te denken. Maar een luxe artikel, in een echte shop, dat is geen impulsaankoop, daar dient over nagedacht te worden. Gewikt en gewogen. Tijd nemen om elkaar te leren kennen. Tot elkaar komen, zeker op het prijstechnisch vlak. Er hoort een heel ritueel bij.
Maar vandaag zijn we koppig, halsstarrig. Het moet snel, op zijn Europees, geen zin in poppenkast vandaag.
“Goedemiddag. We willen graag díe fles parfum, ja daar. Die willen we. Wat kost het?”
“Ah, ook goedemiddag. Welkom. Moge Allah jullie zegenen. Waar komen jullie vandaan en hoe heten jullie? Ik ben Ahmed. Take a seat. De thee is bijna klaar.”
“Nee, we willen dat flesje daar. Wat kost het?”
“Ah, die fles, nee ik heb iets veel beters voor jullie. Ik zal Mehmet vragen het beste van het beste voor jullie op te zoeken. Mehmet!!!”
We besluiten stevig in onze rol te blijven. Standvastigheid. Daar gaat het nu om. We willen snel zaken doen. Weifelen is nu funest.
“ U kunt me toch wel zeggen wat dit moet kosten? Dat is alles wat ik vraag.”
“Dat daar, dat is niets voor jullie. Jullie verdienen méér. Ik zie het. Bij de beautiful eyes of Cleopatra, yes lady!, hoort ook de magic sense of Cleopatra. Of tenminste die van Nefertite. Waar u ook wel wat van weg heeft trouwens.”
“Noem me de prijs. Ik wil het er voor hebben. Geen tijd nu, we hebben haast”
De verkoper blijft onverstoorbaar. Haast, het woord kent hij niet en hij heeft het zeker niet gehoord uit onze mond.
“Relax. Look I have nice mint tea. Ik kan ook andere thee maken. Waar blijft Mehmet nou? Het is ook altijd wat met die dekselse jongen. We moeten elkaar beter leren kennen. Hebben jullie kinderen?”
Ja, antwoorden we, maar daar gaat het even niet om. Of eigenlijk wel. Dat flesje parfum. Present for daughter.
We kunnen niet meer terug. Fout begonnen, dit komt niet meer goed. We moeten ook maar fout eindigen. Na nog eens drie pogingen van onze kant (“We willen dat daar”), en een veelvoud daarvan aan flesjes die op ons leeg gespoten worden, besluiten we ons vege lijf te redden. We vertrekken. Misschien komen we nog wel eens terug, zeggen we, meer uit beleefdheid. De verkoper kijkt ons nu verbijsterd en niet-begrepen aan.
Maar dan herpakt hij zich. ” Doe dat. Ik zal zorgen dat de thee klaar staat”.
De kloof tussen twee culturen zal niet worden gedicht, vermoeden wij zo. Althans, vandaag niet meer.