Kalahari en bosjesmannen
Kalahari en bosjesmannen
“Wij hebben ze liever bij ons” zei de bosjesmannenvrouw
De Kalahari stond al een tijdje op het programma en in 2007 was het dan zover. Hoewel we in Zuidelijk Afrika anders altijd zelf reden hadden we nu gekozen voor een verzorgde kampeerreis met maximaal 6 personen. Bij aankomst in Maun bleken we de enige deelnemers te zijn. Later werd ons verteld dat dit met het seizoen te maken had. Het was namelijk juli en dus winter in Botswana. In de Kalahari is dit seizoen erg droog, maar s’nachts ook erg koud. Het kan afkoelen naar zo rond het vriespunt.
Voor het vertrek werd ons gevraagd of we er problemen mee hadden als er 2 koks in opleiding met ons mee gingen. Dus vertrokken we met 1 chauffeur/ gids, 3 koks, een verlengde 4x4 en een keukenwagen voor ruim een week op pad. Het zal niet verbazen dat we ruim een week lang uitstekend verzorgd werden. Het is overigens verbazingwekkend hoeveel lekkers er vanaf het kampvuur en vanuit de keukenwagen op tafel kwam.
Onze eerste stop was bij een lodge ten noord-oosten van Ghanzi. Deze lodge heet de Grasslands lodge. Niet echt luxe, maar best aardige huisjes en “onze” koks kookten voor ons. Op deze lodge kan je game-drives maken. Je ziet dan vooral antilopen. Daarnaast worden er roofdieren opgevangen. Er zaten destijds wilde honden, leeuwen en luipaarden. De eigenaar, van Nederlandse afkomst, zei dat hij ze weer wilde uitzetten, maar dat dat aan allerlei regels gebonden is.
Bijzonder aan deze lodge is dat er een groep Bosjesmannen (San) woont in ruil voor wat werk. Ze leven nog redelijk traditioneel en laten je wat behendigheidsspelletjes en ’s avonds een dans zien. Ook is het mogelijk om vergezeld door een tolk een wandeling te maken met een groep Bosjesmannen. Op het moment dat wij deze wandeling van ongeveer 2 uur maakten waren we de enige gasten en gingen we met ongeveer 10 san op stap. Dit waren vooral vrouwen en kinderen. De san hebben een heel aparte taal met klikgeluiden. Heel apart om te horen. Ze lieten ons van alles zien en elke struik had wel een functie. Takjes om je tanden schoon te maken, takjes en blaadjes die als medicijn ergens voor dienden, wortels die je op kon eten, enz. We konden verschillende dingen ook uitproberen en proeven. Dat was overigens niet allemaal even succesvol. Wat wel op viel was dat deze mensen erg dicht bij de natuur leven. Het was echt een heel leuke ervaring.
Na het verblijf in de lodge zijn we het Kalahari NP ingegaan. In totaal hebben we daar 4 dagen gekampeerd. Tijdens de gamedrives hebben we niet erg veel wildlife gezien. Zowel wat betreft aantal als wat betreft bijzondere soorten viel dat wat tegen. Het landschap was wel heel mooi, hoewel het niet erg als een woestijn aandeed. Veel van het grijze zand is bedekt met wat gras en droge struiken in deze tijd van het jaar. Waaraan je wel weer merkte dat het woestijn was waren de koude nachten.
De trip werd afgesloten met 2 nachten in de Nxai Pan NP. Dit nationale park bestaat voor een groot deel uit zoutpannen. Een bijzondere plek bij deze pannen is Baines Baobab. Midden tussen de zoutpannen staat opeens een groep zeer grote baobabs. Noordelijker in het park waren nog een aantal waterpoelen. Bij ëén van deze poelen hebben we verschillende dieren gezien met als uitschieter een moeder cheetah met 3 (grote) jongen. Opvallend was dat er ook nog olifanten waren. Er waren alleen nog bullen, omdat de wijfjes en jongen al weggetrokken waren naar vruchtbaar(der) gebied.
Volgens de boekjes is de beste tijd om deze gebieden te bezoeken de regentijd (december tot maart) of net daarna.
In deze periode trekken groepen wild (voornamelijk zebra’s) door deze nationale parken en broeden er flamingo’s in de zoutpannen van het Nxai Pan NP.
Dit was in het kort een verslag van een weekje Kalahari. Hetgeen me het meest is bijgebleven was het antwoord van een sanvrouw op de vraag; Gaan jullie kinderen ook naar school?
Zij zei: …….. “Nee, wij hebben ze liever bij ons” ………