Avontuur in de Okavango Delta
Avontuur in de Okavango Delta
Intro
September 1998 maakten we een rondreis door Zimbabwe/ Botswana. We zijn met z’n 8-en hadden een busje met chauffeur c.q. gids geregeld. In Botswana bezochten we de Okavango Delta, de grootste binnenlandse delta ter wereld. Deze staat op de Werelderfgoedlijst en is een absolute must-see. Ons bezoek was geweldig maar ook avontuurlijk. Dat begon al met het feit, dat onze chauffeur, een Zuid-Afrikaan, niet met ons mee ging omdat hij het te gevaarlijk vond. Waar begonnen we aan?
Voorbereidingen
In de plaatselijke supermarkt van Maun slaan we wat overlevingsartikelen in en stoppen die in een koelbox. Met een pipercub vliegen we vanuit het snikhete Maun naar een landingsplaats in de delta, van waaruit we met koelbox naar Gunn's Camp, een eenvoudig kamp met basisfaciliteiten, lopen. We hebben een trip met 2 overnachtingen geboekt. We zijn in de veronderstelling beide nachten in het kamp te slapen. Tot onze verrassing krijgen we te horen, waar de pannen en potten staan, welke tenten we mee kunnen nemen en waar de poolers met de Mokoro (de uitgeholde boomstam) op ons wachten. Die nacht zullen we wild kamperen. Als we bijgekomen zijn van de verbazing regelen we onze zaken en lopen naar de waterkant.
Varen in een mokoro
Varen in een Mokoro is geweldig, je zit er met z'n 2-en in en wordt gevaren door een pooler, die zich met een stok een weg baant door het riet (na 2 dagen in een mokoro heb je het ook wel weer gehad, want comfortabel is het niet. Het is muisstil en langs de waterkant zie je het wild voorbij lopen. We zijn dus met 4 mokoro’s en 3 ervan varen door het riet. Die van ons niet, maar gelukkig horen we pas op het eind van dag 2 waarom de anderen aan de kant blijven: de nijlpaarden zitten in het midden van het water en als ze onder de mokoro omhoog komen dan loopt het niet per definitie goed met je af. Een aanval van een nijlpaard leidt in veel gevallen tot de dood.
Wild kamperen in the bush
Aan het eind van dag 1 gaan we dus niet terug naar het Gunn's camp, maar krijgen we de vraag op welke oever we willen overnachten????? Er loopt al een hele tijd een olifant met ons mee op de rechteroever, dus lijkt het ons verstandig ons kamp op de linker oever op te zetten. Prompt steekt de olifant ook over en besluit op zo’n 300 m van ons kamp uren te blijven staan toekijken terwijl wij takken en struiken overmeesteren om er hier midden in de jungle een fatsoenlijk plekje voor een tent van te maken. We zetten de 4 tentjes dicht tegen elkaar aan, door het gaas aan de bovenkant kunnen we de Afrikaanse sterrenhemel bewonderen en de gazen aan de zijkant zorgen voor een doorkijkje naar de buren. Zo kunnen we in geval van nood nog snel contact maken. De 4 poolers slapen in de open lucht. Na een gamewalk eind van de middag treffen we voorbereidingen voor het avondeten en de invallende nacht. De meegebrachte pannen worden uitgepakt, we steken een kampvuur en een kookvuurtje aan, we vangen verse vis en de koelbox met water, pasta en tomatensaus in blik wordt geopend. Het is geweldig om hier midden in de jungle op deze manier te koken en te eten. Voor de nacht zijn we wel wat ongeruster want er loopt hier van alles. Na wat sterke verhalen bij het kampvuur maken de poolers ons nog een beetje banger, door te vertellen dat we het vuur beter uit kunnen maken. Het houdt veel dieren op afstand, maar leeuwen komen er volgens hen juist op af….. We worden ongetwijfeld voor de gek gehouden, maar twijfelen toch. Uiteindelijk besluiten we het toch aan te laten. We krijgen instructies wat te doen bij hoge nood (niets achterlaten, alles verbranden) en gaan enigszins ongerust ons tentje in. Die nacht horen en voelen we van alles en van slapen komt niet veel. Er struint van alles rondom de tent en de brul van een leeuw door de Afrikaanse nacht zorgt voor kippenvel. We kunnen niet inschatten hoe ver hij van ons vandaan is, maar het klinkt alsof hij 100 m verder staat. Bij elk geluid zitten we rechtop in ons tentje en zien dat de buren ook klaarwakker zijn. Het leidt ook wel tot de nodige hilariteit.
Gamewalk dag 2
De volgende ochtend liggen de uitwerpselen van een olifant vlak naast de tentjes. Na een geïmproviseerde wasbeurt bij de delta en een eenvoudig ontbijt van koek en thee doen we nog een grote gamewalk en varen met de mokoro naar de overkant. We krijgen een instructie wat te doen in geval van een close encounter met een buffel (hard wegrennen en in dichtstbijzijnde boom klimmen, die er overigens niet is), leeuw (niet omdraaien maar voorzichtig achteruit lopen) of olifant (uit de windrichting zien te geraken). Het geeft niet al teveel vertrouwen. Urenlang volgen we muisstil en sluipend als echte spoorzoekers een track van een leeuw die achter een buffel aan zit. We vinden het 2-tal niet en eigenlijk zijn we opgelucht, want wat doe je als je te voet zo kwetsbaar bent en met een ongewapende pooler op stap bent. We gaan terug naar ons kamp, drinken nog even wat en pakken alle spullen in. We stappen weer in de mokoro en genieten opnieuw van deze relaxte manier van reizen door de delta. Heel af en toe worden we opgeschrikt door het lawaai van een motorboot met toeristen, die minder primitief kennis willen maken met dit fraaie stukje natuur.
Nijlpaarden in het kamp
Eind van de middag arriveren we in het kamp, waar we die nacht zullen slapen. We halen opgelucht adem en verheugen ons op een goede nachtrust in een kamp met enige voorzieningen. Het kamp ligt ook pal aan het water en we zetten onze tentjes lekker romantisch aan de oever van de delta op. ’s Avonds eten we met de pot mee in het restaurantje. We zijn nog niet klaar met eten als de manager naar ons toe komt en opdracht geeft onmiddellijk naar de tent te gaan en er niet meer uit te komen (en moet je naar de wc dan regel je dat maar in je tent…). Want de hippo’s zijn aan land!!! En ja hoor, onze tentjes liggen pal bij het water, dus daar zijn ze het eerst. Vol schrik vluchten we naar onze tentjes, kruipen erin en hebben opnieuw een bange nacht. De nijlpaarden lopen pal langs de tent en de grond trilt. En dat geluid: die oergrom vergeet je nooit meer.
Eind goed, al goed
Na een lange slapeloze nacht zijn we blij als het ochtend is. De hippo’s zijn weer in het water en de rust is wedergekeerd op het kamp. Na een eenvoudig ontbijt nemen we afscheid en lopen we terug naar de plek waar ons vliegtuigje op ons wacht voor de terugvlucht naar Maun, ons busje en onze chauffeur. We hebben een spectaculaire en avontuurlijke trip achter de rug en begrijpen de angst van onze Zuid-Afrikaanse chauffeur nu een stuk beter. Maar we hadden het niet willen missen!