We zijn op een voodoofestival in Allada, waarbij vele goden uit het voodoopantheon worden opgeroepen. Er zijn veertien goden (natuurkrachten) die afgevaardigden zijn van de hoofdgod Mawu, die zich na een korte tijd op aarde geleefd te hebben, van de mensen afwendde en zich ver in de godenwereld terugtrok. De natuurkrachten kunnen tot Mawu leiden en daarom aanbidt men hen. Deze slagwerkers en trommelaars brengen met het ritme van hun instrumenten de dansers die bij een bepaalde godheid horen in trance.
Eenmaal in trance betekent dat de godheid in het lichaam getreden is en ervoor zal zorgen dat het leven een gunstige wending neemt.