I came cold I left warm
I came cold I left warm
Ik kijk Toby aan die geamuseerd tegen me zit te praten. Door mijn hoofd op te heffen komt de zojuist verorberde perzik naar boven. In een paar passen sta ik in het toilet en in een paar tellen ben ik het stukje fruit weer kwijt.
Twee dagen ben ik onder zeil geweest in mijn hutje. De oversteek van IJsland naar Groenland was wel erg heftig om mee te beginnen. De 3e dag is er eindelijk land in zicht ! Weer fris en fruitig sta ik te trappelen in mijn fleurige reddingsvest om met de zodiac aan land gebracht te worden. Eerst is het nog maar een beetje zo zo. We varen tergend langzaam en er wordt veel verteld over de geologie en het ontstaan van het landschap. Het weer is ook niet echt om naar huis te schrijven en mijn Nikon verbruikt nog niet veel energie. Even later draaien we een bocht om en wat ik dan zie is ongelooflijk. Alsof ie op ons heeft gewacht, breekt ineens de zon door. De warmte doet de mist tussen de bergen opstijgen. Voor ons liggen de prachtigste ijsbergen te pronken ! We zijn er stil van… De enige geluiden die we horen zijn druppels van smeltend ijswater en wat gekraak en geschuif van ijsbergen die aan het bewegen zijn, even later komt daar het geluid van klikkende camera’s bij. We varen behoedzaam tussen de ijsbergen door, maar het is wel oppassen want een ijsberg kan zomaar omvallen of afbreken en dan hebben wij het nakijken. Wat is dit toch een magische plek, ik ben betoverd !
Op de 5e dag zetten we koers naar het dorpje Ittoqqortoormiit. Dit plaatsje ligt geïsoleerd aan de oostkust van Groenland en heeft 500 inwoners. Na al die dagen water te hebben gezien, is het nu wel prettig om weer even onder de mensen te komen. Aan land worden we ontvangen door Kim, een Groenlandse jongen die ons verteld wat er allemaal te zien en te doen is. Ik kijk even om me heen en constateer dat dat niet veel kan zijn. Het dorp ziet er wat grauw uit en rondom de huizen ligt van alles wat, speelgoed, bouwmateriaal, kinderwagens. Hier moet ik me dus een paar uurtjes vermaken. Ik ga op het geluid van blaffende honden af, want Kim vertelde ons dat boven in het dorp de huskys zitten. Ze zijn erg onrustig, want ze hebben honger. Tegen elkaar zijn ze niet erg vriendelijk. Ze zitten aan de ketting en proberen elkaar te imponeren door hun tanden te laten zien. De puppies mogen in hun eerste levensjaar nog wel los rondlopen en zijn dartel met elkaar aan het spelen. Een terrasje pikken of leuk winkelen is er hier niet bij. Ik ontdek de supermarkt en ga hier maar even een kijkje nemen. Ik sta hier versteld, want de keuze is er reuze ! Ze verkopen hier alles wat men nodig heeft, want er zijn geen andere winkels. Ik zie verschillende soorten kaas, pizzas, maar ook de nieuwste Nokias en jachtgeweren die naast de Wii-fit liggen. Bij de kassa staat een grote vriezer, gevuld met ijsjes ! Een schip komt het dorp 2x per jaar bevoorraden. Ik slenter maar weer wat voort en nu zie ik toch wel in, dat deze plaats toch wel bijzonder is. De gekleurde huizen vormen een mooi contrast met de besneeuwde bergtoppen en enkele ijsbergen drijven voorbij. IJsberenvellen hangen te drogen aan rekken. Een loslopende hond komt naar me toe. Mij is verteld geen honden te aaien, maar deze lieverd kiest mij uit en likt mijn hand; samen lopen we verder het dorp in. Achter de ramen van één van de huizen zie ik een prachtige oude wijze dame. Ik wijs naar mijn camera en zij knikt dat het goed is. Dit gebeurt in een paar seconden, als ik weer opkijk, is zij verdwenen, het is een beetje spooky. Ik heb inmiddels ook het politieburo(tje) gevonden en ga hier een stempel vragen voor in mijn paspoort. Buiten op een bankje zit een man met een kleine jongen. Hij roept me steeds, come come ! Ik kan hem niet negeren en loop er naar toe. Sit, talk ! zegt hij tegen mij. Tsja, wat moet ik zeggen? Gelukkig begint hij mij meteen vragen te stellen, hoewel zijn Engels erg gebrekkig is. Ik kom erachter dat de jongen zijn zoon is, de man lijkt me al vrij oud, maar je moet toch wat in al die maanden dat het donker is? We wisselen nog wat wetenswaardigheden uit en als ik wegloop wordt ik weer aangesproken door een dame. Ze vraagt me of ik Deens spreek. Nee dus, en zij geen Engels, dus verder dan “you come with big ship?” komen we niet. Ze ruikt naar alcohol, het is nog wel vroeg in de ochtend, maar ja, je moet toch wat? Ik sta voor de deur van het kerkje, maar er komt een dame in Groenlandse kledij naar me toe die me verteld dat ik er niet in kan omdat er zometeen een begrafenis is. Deze dame spreekt beter Engels en stelt me ook weer de gebruikelijke vragen, where do you come from, do you like it? Het is hier 9 maanden winter en er lopen hier veel ijsberen rond. Ik heb zelfs gehoord dat je hier aangevallen kunt worden door een ijsbeer als je naar de buren loopt. Ik weet niet of deze bewering in de categorie sterke verhalen thuishoort, maar ik zal het zeker niet uitproberen. Als we terugkomen bij onze zodiac (rubberen boot) zit deze vol met Groenlandse kindjes. Ze springen over het water van de ene zodiac in de andere en hebben de grootste lol. Dan start Don ineens de motor en vaart de zee op met een zodiac vol kinderen. Wat een glunderende gezichtjes ! Hun dag kan niet meer stuk, en de mijne ook niet. Ik heb het dorpsleven mogen aanschouwen in dit geÏsoleerde plaatsje, dat overigens gewoon op de wereldkaart staat.