Het prachtige zuidereiland van Nieuw-Zeeland
Het prachtige zuidereiland van Nieuw-Zeeland
Vanuit Greymouth zijn we naar Franz Josef gekoerst. Franz Josef is een dorpje wat bestaat uit twee grote straten en wat kleinere straatjes om de twee grote te verbinden. De helft van het dorp is hotel/motel/hostel, de andere helft organiseert allerhande activiteiten omtrent de belangrijkste bezienswaardigheid hier: de gletsjer! Ik ben dan ook met een helikopter helemaal naar het bovenste deel van de gletsjer gevlogen om daar vervolgens enkele uren rond te lopen en mijn ogen uit te kijken! Wat een uitzicht! En, aangezien het nog steeds (al sinds Wellington) prachtig weer is, geen wolkje aan de lucht, is alles nog eens 10x zo mooi. Dus ook de gletsjer. Mooie glinsterende ijsmassa’s, mooie bergtoppen, ‘blue ice’, watervallen…ik begin nogal in herhaling te vallen, maar ja, prachtig dus. Met spikes onder de schoenen liep ik in mijn surfbroek over de gletsjer en ben ik ook nog eens door één of andere smalle ijsspleet gekropen. Wéér een avontuur.
Volgende bestemming: Wanaka. De rit naar Wanaka was bijzonder want in enkele uren tijd zagen we het landschap veranderen van veel groene bebossing naar een drogere, gele omgeving met vooral veel ‘wildernis’ en uitgestrekte kale landschappen en heuvels. Heel bijzonder. In Wanaka heb je een groot meer en veel heuvels en hier hebben we een dagje gemountainbiked. Zwaar, maar de moeite waard, en een duikje in Lake Wanaka was een prima opfrisser.
Na enkele weken in nationale parken, kleine dorpjes en afgelegen gebieden was het dit weekend weer eens tijd voor een stad: Queenstown! Wat een toffe stad zeg. Wederom klein maar fijn, een gezellig centrum, laagbouw, veel zon en aan het water, perfect. In Queenstown heb ik eigenlijk niks bijzonders gedaan en juist dat maakte het zo leuk.
Ze noemen Queenstown de ‘adrenaline capital’ van Nieuw-Zeeland maar ik heb een beetje genoeg van alle wilde activiteiten dus ik denk dat ik ze maar aan me voorbij laat gaan. Over ruim een week kom ik hier nog eens terug na een reisje in het zuiden, dus wie weet dan, maar nu niet. Dan ga ik in ieder geval de stad iets beter verkennen.
Overigens reis ik nu al sinds een week door wintersportgebied. Maar, het is nog geen winter, dus de diverse ski- en snowboardrentals, cabineliften en dergelijke zijn (nog) niet in gebruik. Maar het begint nogal te kriebelen! Ze hebben hier geweldige winkels met aan de ene kant bikini’s, surfplanken, wakeboards en petten en aan de andere kant snowboards, mutsen, handschoenen en thermo-ondergoed. Wat een paradijs als je hier het hele jaar door kunt zijn!
Ik kan één minpunt noemen: de sandflies. In de kustgebieden en met name op het strand wemelt het van de sandflies, kleine vliegjes die je pas in de smiezen hebt nádat ze je geprikt hebben. Vervolgens ontstaat er een klein rood bultje wat na enkele uren jeukt als een gek. Ik heb er denk ik een stuk of 75. In ieder geval al 40 op mijn beide voeten samen. Ik heb er twee nachten van wakker gelegen, nu gaat het beter, want ik reis weer landinwaarts. Gelukkig!
Morgen vertrek ik met mijn Deense maat Maria en de rest van de bus naar Invercargill om van daaruit een nachtje door te brengen op Stewart Island. Vervolgens gaan we naar Dunedin, Curio Bay, Milford Sound en weer via Queenstown naar Mount Cook, Tekapo, en Rangitata naar Christchurch, eindbestemming! Het lijkt nu allemaal heel snel te gaan. Bah.
Groetjes!
Maria