Van Raglan via Waitomo naar Taupo en Wellington!
Van Raglan via Waitomo naar Taupo en Wellington!
Jo!
Na acht dagen paradijs in Raglan heb ik dit geweldige dorp dan toch verlaten. Er is nog zoveel meer te zien in Nieuw-Zeeland! In Raglan heb ik een supertoffe tijd gehad, en we hadden prachtig weer! Dus, elke dag gesurft of op het strand gelegen, ‘s ochtends een lekker bakkie koffie gehaald in het dorp, rondgeslenterd, zonsondergangen bewonderd, lekker gegeten, in de jacuzzi of hangmat vertoeft in het hostel; een echte vakantie! En als klap op de vuurpijl hadden we een gezellige groep mensen daar wat het helemaal af maakte. Maar, zoals ik al zei, op een regenachtige maandag dan toch mijn reis vervolgd richting Waitomo, een dorpje met 47 inwoners wat bekend staat om de vele enorme grotten die zich daar bevinden. Daar ben ik één van die grotten ingegaan. Dat was best spannend! Over het algemeen waren de grotten erg groot dus kon je gewoon lopen, maar vaak moest je kruipend, zwemmend of al drijvend op een zwemband verder. Soms eng, maar vooral supermooi! Stel je toch voor; dobberend op een zwemband in een grot met prachtige stalactieten, verlicht door de lichtjes van honderden gloeiwormen…Daarnaast vond onze grappenmaker van een gids (zo zijn ze hier allemaal!) het een leuk idee om mij enkele malen kopje onder te duwen in het donkere water in de grot. Al met al supermooi, al was ik ook wel blij om het daglicht weer te zien na twee uur. Helaas moest ik na de grotten afscheid nemen van Leona, met wie ik twee weken opgetrokken heb. Dat hoort er nou eenmaal bij.
De volgende ochtend op naar Rotorua! Dat was vet! Rotorua staat bekend om de geur daar: de aardkorst is daar enorm dun en er is veel geothermische activiteit. Het stinkt er de hele dag naar rotte eieren vanwege de opkomende sulfer. Je ziet ook overal borrelende modderpoelen daar. Het bederft je eetlust nogal. Als je hier een weekje bent val je zeker enkele kilo’s af. Allereerst heb ik daar geraft en dat vond ik echt geweldig leuk! We gingen met zeven man in een raft met een instructeur. Ik ging vanachter zitten, naast de instructeur, dat leek me de meest veilige plek. Vlak voor de hoogste waterval van het traject (7 meter!) zei hij: ‘You know what they call this seat? The ejector seat.’ Pats boem, de waterval af en hoppa, voor ik het wist lag ik in het schuimende water en wist ik niet waar boven of onder was. Maar zodra ik boven water kwam had ik de meeste leute. Nog vele kleinere watervallen en stroomversnellingen gedaan, het was superleuk.
Vanwege die geothermische activiteit zijn verschillende beekjes in de omgeving warm; zeg maar gerust 40 of 50 graden. Onderweg zijn we nog eens gestopt om in één van die beekjes te zwemmen en ’s avonds bij aankomst in Taupo zijn we in het donker in een warme beek met waterval gaan zwemmen, dat was echt heerlijk. Het was enorm helder dus de lucht was vol met sterren, en wij zaten met zijn allen onder de waterval van 40 graden met een pintje. Weer een memorabele dag achter de rug!
In Taupo heb je het grootste meer van Nieuw-Zeeland, wat één grote krater van een vulkaan is. Hierboven zou ik gaan skydiven; ik was al ingeschreven en gearriveerd op het vliegveld, maar wegens de bewolking ging het niet door. Hopelijk durf ik het nog eens.
En over bewolking gesproken: ineens hadden we twee dagen slecht weer! Vanuit Taupo gingen we naar Whakahoro, een gehucht in de middle of nowhere. Na een uur rijden over een grindweg, onderbroken door een enorme kudde schapen op de weg, arriveerden we in de Blue Duck Lodge, een prachtig hostel midden tussen de groene heuvels. Daar hebben we in het natte weer een prachtige doch lastige hike gedaan. Heuvels opgeklommen, boomwortels ontweken, over gladde rotsen gelopen, langs beboste afgronden (ik citeer de buschauffeur die meeliep: ‘You fall, you die.’), en dat alles in de miezerregen over gladde modderpadjes. Prachtige uitzichten en een geweldige ervaring. In de namiddag brak het zonnetje door en hebben we heerlijk genoten van ons afgelegen hostel met de prachtige omgeving.
Ik was inmiddels trouwens superleuke nieuwe mensen tegengekomen in de bus, wederom dikke maten. Vanuit Whakahoro gingen we de volgende dag naar Tongariro National Park. Daar kan je een dagvullende ‘alpine crossing’ doen, wat ik graag wilde. Die ging echter niet door in verband met het weer! In plaats daarvan hebben we twee kortere hikes gedaan, wat ook super was. Wederom sombere weersomstandigheden, maar dat maakte het ook juist wel mooi. We hebben achter een enorme waterval gestaan en Lord of the Rings-achtige uitzichten gezien (Mount Doom is hier en een deel van de film is hier opgenomen. Overal in NZ trouwens).
Op dit moment ben ik in Wellington, de hoofdstad van NZ. Een superleuke stad! Klein maar fijn. En…het weer is weer goed! Zomer in Nieuw-Zeeland. In Wellington hebben we genoten van wat een stad te bieden heeft. Er is hier een geweldig nationaal museum, Te Papa, zes verdiepingen, interactief, hier kan je wel een hele dag rondlopen. Gisteren hebben we heel de dag de stad rondgelopen, in parken rondgehangen, leuke straatjes gezien, een heuvel beklommen die uitzicht biedt op de stad, vanalles. Vooral veel genieten. Nog steeds! O ja, ze noemen Wellington de windy city, het waait hier echt niet normaal hard soms. Heeft te maken met dat hier een ‘gat’ is tussen de eilanden en de bergen in Nieuw-Zeeland – Cook Strait- en dit een soort trechter vormt voor de wind, die hier als een dolle doorheen blaast.
Op naar het zuider eiland!