Roadtrip Perth-Darwin deel 7
Roadtrip Perth-Darwin deel 7
Het is ons gelukt. We hebben Broome achter ons weten te laten. David de Zweed gaf ons nog een goede tip mee voor onderweg; als “Smooth Move” weer eens niet wil starten, moet je hem in zijn achteruit zetten en naar achteren duwen. Dan springt de motor sneller aan dan vooruit duwen. En het werkt! De achterblijvers hebben ons als afscheid een duwtje in de buik van het busje gegeven en nu rijden we al een aantal uren over een dirtroad vol kuilen. Hier begint pas de echte outback. Ons gammele voertuig kan niet harder dan dertig kilometer per uur, of hij valt van ellende uit elkaar. Aan het begin van deze weg bij het stadje Derby, stond nog een oud bord wat ons waarschuwend vertelde “Alleen geschikt voor 4WD”, maar volgens de Lonely Planet moet het prima te doen zijn met een normaal voertuig. We sturen ons voertuig van het vertrouwde asfalt af, de openliggende rode zandweg op. Op naar het avontuur! Al snel komen we tot de ontdekking dat de Lonely Planet ook wel eens liegt. Ik heb nog nooit zo'n rampenweg meegemaakt! Gedesillusioneerd hopen we de eerste kilometers nog dat dit heilige reisboek toch gelijk heeft en de weg straks beter wordt, maar die hoop zou al snel vervliegen.
Het aantal kangeroe's dat levensmoe is, is inmiddels ook explosief toegenomen. Op elke vierkante meter zit er wel eentje in elke soort en maat die je je kunt voorstellen! Daar naast liggen verraderlijke kuilen en plassen water waarvan moeilijk te schatten is hoe diep ze zijn. Zo lag er een grote plas water over de hele breedte van de weg. Terwijl Kisse uitstapte om met een stok te peilen hoe diep het water was, moest ik op zijn aanwijzingen voorzichtig erdoorheen rijden. Al snel stond het water letterlijk tot aan mijn enkels. In de bodem van de bus bleek een roestig gat te zitten, waardoor het water snel naar binnen gulpte. Met veel gesputter en rondvliegend modder wisten we aan de overkant te komen. Naast de hobbelige weg is het rode zand een groot probleem. Het is zulk fijn stof, wat overal tussenkruipt en in gaat zitten. Tot nu toe hebben we steeds met een open zijdeur rondgereden, maar om te voorkomen dat ons bed straks rood is en ons eten in onze mond knarst hebben we besloten de deuren en ramen dicht te houden. Zelfs dit bleek niet voldoende te zijn, dus heeft onze creatieve Holle elke naad en kier dichtgetaped. Met z'n drietjes zitten we voorin en hangen als overkokende zombies voor het ventilatiesysteempje, wat maar een heel zwak stroompje lauwe lucht afgeeft aangezien het buiten dik veertig graden is. Zo rijden we nu al vijf uur over deze eindeloze weg door het gebied The Kimberley.
Na nog een uur kangeroe's en waterkuilen ontweken te hebben en nog geen voorbijganger gezien te hebben, valt ons opeens op dat er best veel stof naar binnen komt. De hitte heeft ook onze waarneming aangetast, want dit blijkt al tijdje zo te zijn. Als we achterom kijken zien we een groot gapend gat, waar eerst de zijdeur had gezeten. Geen wonder dat er stof naar binnen komt! Meteen staan we stil om te kijken of onze deur nog ergens te bekennen is. Hij is er echt helemaal uitgetrild en ligt gelukkig een paar meter verderop. Als we het ding terugsjouwen en weer proberen vast te zetten, valt ons op dat het wel opvallend leeg is binnen. Wat blijkt nou...Onze grote voedselboxen zijn er ook uitgetrild en die zijn in geen velden of wegen te bekennen! Kisse rent een stuk terug maar ziet nergens een spoor van ons eten. Door de slechte inschatting van het wegdek hebben we hopelijk nog maar net genoeg benzine om het einde van deze weg te halen. We kunnen het dus niet riskeren om een stuk terug te rijden. Gefrustreerd gooit Kisse onze waterbox op de grond, die meteen openschiet en ons kostbare water de droge grond in laat vluchten. Gelukkig kan ik de rest van het water nog redden! Ik heb geen zin om straks ergens vast te staan door ons onbetrouwbare busje, midden in de outback waar geen hond langskomt, zonder water of eten!
Chagrijnig kruipen we weer voorin en vervolgen onze weg. Als het begint te schemeren verandert de omgeving in een prachtig paarse wereld, waartegen de silhouetten van de flesbomen (zoals ik ze noem) mysterieus afsteken. De koelte van de avond is meer dan welkom en prikkelt onze zintuigen. In de buurt van de Lennard River besluiten we te overnachten en morgen weer verder te gaan. Tot ons grote geluk is de zak aardappelen er niet uit gevallen en kunnen we die heerlijk opbakken met wat ui en knoflook erbij. Terwijl Holle na het eten vrijwel meteen in slaap valt, blijven Kisse en ik vanaf het dak naar de sterren kijken. Het is ongelooflijk hoeveel sterren je kan zien als er in de hele omgeving geen enkele lichtvervuiling is. Kisse's frustratie is weer helemaal verdwenen en met het laatste pak wijn tussen ons in luisteren we gefascineerd verder naar elkaars verhalen over onze levens thuis, hier ver vandaan.
De volgende morgen is het weer vroeg dag en hoe sneller we doortuffen met onze trouwe Smooth Move hoe beter! Wonder boven wonder startte hij deze ochtend zomaar vanzelf! Gelukkig maar, want een pushstart zou op deze weg een ramp zijn geweest. Met een beetje geluk halen we tegen de schemering Fitzroy Crossing nog wel. Terug naar de wereld met verharde wegen en supermarkten!