West Australië

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

West Australië image

West Australië

West Australië
Australië
Reefje

Westcoast

Net voordat we de westkust bereiken, maakt het droge landschap plaats voor een groene en heuvelachtige omgeving. Ondanks dat het zeer vervelend is om naar het westen te rijden (de laagstaande zon verblindt je!), zorgt deze gele stralende cirkel voor een adembenemende zonsondergang. Geraldton is het eerste plaatsje aan de westkust waar we overnachten. Quentin bevindt zich op bekend terrein en weet een mooi plekje bij de haven waar we vanavond kunnen kamperen. Samen met alle vissers, genieten we van een met roze/paarse gestreepte lucht en een steeds kleiner wordend oranje/geel bolletje.

Een paar honderd km verderop bevindt zich het Kalbarri National Park. Uitgerust met onze wandelequipment, zijn we klaar voor ‘Nature’s Window’ 8km lange track. Na 1/3 deel van de wandeling, houden Quentin en ik het voor gezien. Zelfs om 10.30 uur is het al te heet om te lopen! We keren terug naar Nature’s window (een rotsformatie met een gat, dat een super uitzicht oplevert!) waar we even bijkomen van de hitte. Onze volgende 2 lookouts, Hauks Head en Ross Graham beiden gelegen aan een rivier, zijn ook zeer de moeite waard. Na de lunch rijden we snel door naar onze volgende bestemming die zo’n 300 km ten noorden van Kalbarri ligt. Shark Bay valt onder Unesco’s World Heritage, wat inhoudt dat dit een van de mooiste plekjes ter wereld is. Vanavond overnachten we zo’n 20 km voor Denham (enige stadje in dit gebied) op het strand, waar we eveneens weer een mooie zonsondergang kunnen aanschouwen.

‘s Morgens worden we wakker met regen. We pakken zo snel mogelijk onze spullen bij elkaar en vertrekken richting Denham. Nadat we onze olie hebben vervangen en de tank weer vol is, verlaten we het plaatsje en rijden we verder naar het noorden. Tegen de middag komen we in François Peron Homestead aan. Daar laten we ons langzaam in onze ‘swimmers’, in een hottub (natuurlijke bron) zakken. Ondanks dat we nog steeds een beetje motregen hebben, is het heerlijk om in dit warme water (samen met 5 Ozzies) even bij te komen. Na onze ijskoude douche en een zelf samengestelde lunch, rijden we verder naar onze kampeerspot voor vanavond. Om bij ‘the Big Lagoon’ te komen, schakelen we voor het eerst (sinds we aan de westkust zijn) onze 4 wheel drive weer in. We banen ons een weg door al het zand dat voor ons ligt en arriveren dan eindelijk (30/40km per uur!) bij het lagoon. Een klein half uur later krijgen we gezelschap van 3 jonge lui, die met hun city 4 wheel drive (geen echte!) al snel in het zand vast komen te zitten. Na wat instructies van Quentin, rijdt het meisje moeiteloos naar de campingspot.

Het François Peron Nationaal Park staat bekend als een 4 wheel drive terrein only. Nu weet ik ook waarom! 20 km voordat we Peron point bereiken, kom ik in het zand vast te zitten. Shit! We stappen uit om te kijken hoe ver de banden in het zand steken. Doorrijden is onmogelijk beslissen we al snel en dus rij ik de auto achteruit naar een vlak stuk zonder zand. We staan nog geen 2 minuten stil of we worden door de Ranger aangesproken. Nadat we het probleem hebben uitgelegd, stelt hij voor om het nog een keer te proberen. “Als je een echte 4 wd hebt en je gewoon in de tracks van je voorganger blijft rijden, is het zeker te doen,” aldus de Ranger. Quentin neemt plaats achter het stuur (ik ben enigszins ontmoedigd om nog verder te rijden!) en hij brengt ons naar Peron Point waar een mooi zonnig strand met ‘clear’ water op ons ligt te wachten. Uiteindelijk toch de moeite waard die 20 km!