Tasmanie: de ongerepte parel onder Down Under
Tasmanie: de ongerepte parel onder Down Under
Dit wordt de allereerste keer dat ik links zal moeten rijden en dat na een vliegreis van meer dan 24 uur en de onvermijdelijke jetlag die daarbij hoort. Onwennig hobbel ik de parking af richting de highway waar ik al snel m’n eerste rotonde aantref en taxi’s met ‘n noodgang langs me heen scheuren. Tasmania is een zeer dun bevolkt eiland (500.000 inwoners op ‘n oppervlakte zo groot als Nederland en België samen), maar de mensen die er wonen, wonen bijna allemaal hier in Hobart!
Het links rijden went echter snel. Nog diezelfde avond slinger ik Mt. Wellington op voor een uitzicht over Hobart bij zonsondergang...en slinger in het pikkedonker weer terug naar beneden. Na een bezoekje aan het gezellige centrum van Hobart de volgende ochtend, laat ik de bewoonde wereld toch 'n beetje opgelucht achter me. De vaak gelezen vergelijking met Nieuw Zeeland heeft me nieuwsgierig gemaakt naar dit groene eiland. Het platteland doet me vooralsnog meer denken aan Montana met z'n uitgestrekte goudkleurige vlaktes. Echter, zodra ik bergachtig gebied in rij, begint de vergelijking op te gaan. Het is er weelderig groen en prachtige ferntrees flankeren de bergwegen.
Hoogtepunt in het Tasmaanse binnenland is toch wel het Cradle Mountain NP. De toegangsweg er naartoe is al op z'n minst sprookjesachtig te noemen door de met kleurrijke mossen begroeide bomen. En Cradle Mountain prijkt fotogeniek op de achtergrond van Dove Lake waarvan de oevers begroeid zijn met bloemrijke struiken. Je kunt hier dagen lang wandelen als je dat zou willen.
Vlakbij de tweede stad van het eiland, Launceston, kun je terecht voor 'n heuse adrenalinekick. Je ziplined met 80 kilometer per uur van boom naar boom over afgronden van wel 50 meter diep! Voor degenen die net als ik met hoogtevrees te kampen hebben: je begint laag en de thrill wordt steeds iets verder opgebouwd zodat je het na de laatste rush jammer vindt dat er niet nog eentje komt.
Tamar Valley is the place to be als je van wijn houdt, je kunt hier 'n tocht langs de vele wijnboerderijen houden. En vergeet Bridestow lavender estate niet te bezoeken, vooral in de maanden december en januari kun je er genieten van de geurende bloemenpracht.
Ook de Tasmaanse oostkust is van ongekende schoonheid. Bay of Fires bestaat uit verschillende baaien met spierwit zand dat knispert onder je voeten als pas gevallen sneeuw, helderblauw water en door algen oranje gekleurde keien. Binalong Bay is veruit de bekendste van de baaien en je kunt er prima zwemmen.
Tasmanië is geen plek voor fijnproevers. Eetgelegenheden zijn nog dicht of zijn ál dicht. Je moet echt geluk hebben ze open te treffen op ‘n tijd dat jij wil eten. Buiten het feit dat er überhaupt niet zoveel restaurantjes zijn en het aanbod aan gerechten zeer beperkt is. Het is vooral beerbattered seafood wat de klok slaat. Soms smaakt het heerlijk, maar niet zelden word je al onpasselijk van alleen al het ruiken van de vette lucht.
Dompel je onder in de geschiedenis van het eiland en breng 'n bezoekje aan het zuidelijk gelegen Port Arthur. Een voormalige Britse gevangenis. De ruige kustlijn is er ook de moeite waard.
In Tasmanië is het niet druk, slechts een handje vol reizigers kom je tegen op de bekende toeristentrekpleisters. Maar ga nu vooral niet massaal naar Tasmanië, dan blijft dit prachtige eilandje ongerept!