Queensland
Overstromingen in Brisbane: Dag 2
Hoe begin je een blog over de ernstigste natuurramp die de op-twee-na-grootste stad van Australië in mensenheugenis heeft getroffen? Met droge feiten, denk ik. Het is inmiddels bekend dat de schade in Brisbane minder ernstig is dan verwacht. Het water in de Brisbane River stond op zijn hoogste punt een meter lager dan gevreesd (vooral doordat het gisteren niet regende), waardoor minder mensen zijn getroffen dan verwacht. Desalniettemin is de schade enorm – ‘alsof we in een oorlogsgebied zitten’, aldus plaatselijke politici. Naar verwachting zal het twee jaar duren om Brisbane weer helemaal op te bouwen.
Volgens de laatste berichten staan in Brisbane en Ipswich vijftienduizend huizen blank en zitten ruim 100.000 huishoudens zonder stroom, een situatie die waarschijnlijk nog wel een paar dagen zal voortduren omdat het op het moment gewoon niet verantwoord is om de elektriciteit weer aan te sluiten (bij de vorige grote overstroming, in 1974, zijn mensen om het leven gekomen door elektrocutie). In veel wijken worden geëvacueerde bewoners angstvallig weggehouden van hun huizen, aangezien de overstroomde straten gevaarlijker zijn dan ze er op het eerste gezicht uitzien. Zo kwam er vanochtend een jongeman om het leven die kwam kijken hoe het huis van zijn ouders erbij stond. Hij viel in een put en kon niet meer worden gered. Politici en nieuwslezers blijven herhalen dat er onder het wateroppervlak veel troep ligt waardoor men geblesseerd kan raken. Ook zitten er slangen in het water. Mensen worden dus gewaarschuwd om weg te blijven van de overstroomde gebieden, hoe kalm die misschien ook ogen. Dat geldt ook voor mensen zoals ik, die graag met hun camera in hun hand een kijkje zouden willen nemen in het rampgebied, maar gemaand worden dat vooral niet te doen. En dus doen we wat heel Brisbane op dit moment doet: we kijken tv.
Althans, als de tv werkt. Gisteravond viel ook in mijn droge wijk de elektriciteit uit. Ruim drie uur zaten mijn vriend en ik zonder stroom. We voelden ons als kampeerders in ons eigen huis. Aangezien noch de tv, noch onze computers, noch onze lampen het deden, zaten we met brandende kaarsen om ons heen op de bank, waar we op onze gloednieuwe iPads met verlichte schermen boeken lazen. Het had wel iets romantisch, maar toch waren we blij toen de tv een paar uur later weer aanging, want we vonden het niet fijn om zo afgesloten te zijn van de buitenwereld, waar zich op dat moment zulke monumentale gebeurtenissen afspeelden.
Wat ons vooral opviel toen de tv weer aanging was de humor van de reporters, die zo veel rampspoed hadden gemeld dat ze er blijkbaar een beetje melig van waren geworden. De toon van de nieuwsitems werd steeds joliger. Een grote krokodil gezien in hartje Brisbane? Natuurlijk, waarom niet. Een haai gesignaleerd in de hoofdstraat van Goodna, een voorstadje van Ipswich? Ge-wel-dig verhaal. Rioolwater in het vloedwater? Welja, dat kon er ook nog wel bij. De onheilsmeldingen bleven maar binnenkomen, en de reacties (zowel van de nieuwslezers als van onszelf) werden steeds laconieker. We bleven grinniken, ook toen er gemeld werd dat het drinkwater in Chinchilla besmet was met E.coli en dat er tyfoons met hevige regenval op komst waren, waardoor het gevaar voor nieuwe overstromingen reëel werd. Want zo gaat dat met rampen – als er in korte tijd zo veel rampspoed op je af komt, kun je op een gegeven moment nog maar één ding doen: er de humor van proberen in te zien. En dus werd er aan alle kanten gegniffeld om een foto van het bronzen beeld van rugbyheld Wally Lewis voor het ondergelopen Suncorp-stadion, dat door een grapjas was uitgerust met zwembandjes, een snorkel en een snorkelbril om het voor te bereiden op het wassende water. De aanblik van ‘King Wally’ met gebloemde zwembandjes om zijn armen was zo absurd dat mijn vriend en ik het allebei uitproestten, een ontlading die we na alle rampspoed enigszins nodig hadden.
King Wally met zwembandjes was niet het enige luchthartige moment in de verslaggeving. Vandaag hebben reporters ons, met veel gevoel voor wat er werkelijk toe doet in het leven, meermaals verzekerd dat de duizenden blikjes bier die liggen opgeslagen in de ondergelopen XXXX-brouwerij in Milton niet zijn aangetast door het water, zodat aangeslagen Queenslanders de komende tijd genoeg bier zullen hebben om hun zorgen te verdrinken. Verder hebben we beelden gezien van een bordje dat in Ipswich in een zee van bruin water aan een lantaarnpaal was gehangen: ‘Lost: three goldfish. Please return.’ En dan zijn er nog de anekdotes die met veel humor worden opgedist, zoals die over de man die een reporter in een bootje aansprak en hem grijnzend vroeg: ‘Als je toch die kant opgaat, kun je dan meteen de snelheidscamera op het kruispunt uitschakelen? Ik krijg daar veel te veel bekeuringen.’ Dat is zo’n beetje de toon van de verslaggeving hier. De ernstige aspecten van de ramp worden beslist met respect behandeld, maar het is goed te zien dat de Australiërs hun gevoel voor humor nog niet hebben verloren, ondanks de tragiek van de situatie.
Tragiek is er echter genoeg. Zoveel dat zelfs Anna Bligh, de vaak bekritiseerde premier van Queensland (die de afgelopen dagen heeft bewezen een sterke leider te zijn), het er op een persconferentie een beetje te kwaad van kreeg. Ze bleef echter benadrukken dat Queenslanders sterke mensen zijn en dat we met zijn allen over dit drama heen komen.
De beelden blijven schokkend. Telkens wanneer ik op tv een geëvacueerde bewoner sprakeloos naar zijn ondergelopen huis zie kijken, draait mijn hart een beetje om. En dan heb ik het nog niet eens over plaatsen als Toowoomba en Grantham, waar de schade onvoorstelbaar is, en vanwaar beelden worden uitgezonden waar je het koud van krijgt.
Het overstromingsgevaar is in het grensgebied tussen Queensland en New South Wales nog lang niet geweken. Ook daar houdt men de komende dagen rekening met dramatische situaties. Kortom, het zal nog wel even duren voordat dit verhaal een gunstige afloop kent.