Queensland
Overstromingen in Brisbane: Dag 1
Wat is het eerste dat je doet als je ’s ochtends wakker wordt in een stad waarvoor ernstige overstromingen zijn voorspeld? Je gaat naar beneden om te kijken of het water je huis is binnengedrongen en haalt opgelucht adem als dat niet het geval blijkt te zijn. Vervolgens kijk je uit je raam om te zien wat voor weer het is en of je de komende uren op ernstige regenval moet rekenen. En wat zie je?
Stralende zon.
Het heeft iets heel onwerkelijks, stralend zonlicht op een dag waarop een enorme natuurramp is voorspeld. Het is bijna surreëel. Op de een of andere manier komt het niet overeen met het beeld dat ik had van deze dag. Bij overstromingen hoort noodweer, geen heerlijk vakantieweer. Al zal het lekkere weer de hulpacties zeker vergemakkelijken.
Ik ga naar buiten om te kijken hoe mijn buurt ervoor staat. In mijn straat is geen spoor van hoog water te bekennen. In de straat daarachter ook niet, en in de straat daarachter ook niet. Nu had ik in deze heuvelachtige regionen ver weg van de Brisbane River geen dramatische taferelen verwacht, maar toch begin ik me bijna af te vragen of er wel sprake is van overstromingen, of dat het allemaal een vreselijke hype is geweest.
Het blijkt geen hype te zijn. Als ik de tv aanzet (de elektriciteit is in mijn deel van de stad gelukkig niet afgesloten) zie ik in het stadscentrum losgeslagen boten en vuilnisbakken met grote snelheid de rivier afdrijven. De rivier zelf is een stuk breder dan normaal, en aan weerszijden staan straten onder water. Het Suncorp-stadion, een van de mooiste stadia van Australië, staat geheel blank. En buiten het centrum van Brisbane ziet het er nog dramatischer uit. De campus van de University of Queensland, twee kilometer van mijn huis, staat onder water, en naar verluidt zitten er studenten opgesloten die geen kant op kunnen. In de voorstadjes Yeronga en Yeerongpilly, waar ik op weg naar mijn werk altijd doorheen kom, moeten mensen van hun daken worden gered. In Ipswich, waar de zus van mijn vriend woont, staat het water in de hoofdstraat anderhalve meter hoog, en de rivier heeft daar nog lang niet zijn hoogste punt bereikt. Men verwacht dat zo'n vierduizend woningen in Ipswich vanavond geheel onder water zullen staan, evenals een kleine twintigduizend huizen in Brisbane. Vijfenzeventig procent van de deelstaat Queensland in inmiddels uitgeroepen tot rampgebied. Dat zijn cijfers waar je het toch even koud van krijgt.
Wat wel hartverwarmend is, is de manier waarop de mensen elkaar bijstaan in deze moeilijke tijden. Duizenden mensen hebben hun hulp aangeboden, ofwel in de evacuatiecentra die op meerdere plaatsen zijn ingericht, ofwel in hun eigen hooggelegen huizen waar meer mensen in passen. Zwaar getatoeëerde kerels van wie je eerder zou verwachten dat ze lid zijn van de Hells Angels staan hulpvaardig zandzakken te vullen en te sjouwen. De burgemeester van het zwaar getroffen Helidon weigert interviews te geven omdat hij het te druk heeft met het hoogstpersoonlijk besturen van de truck waarmee mensen worden geëvacueerd. Er worden verhalen en beelden vrijgegeven van reddingsacties die je alleen maar heroïsch kunt noemen. Een daarvan is een beeld dat nooit meer van mijn netvliezen zal verdwijnen, namelijk dat van een man die net buiten Brisbane in een kolkende kreek sprong om een jonge kangoeroe te redden en met de kangoeroe als een baby in zijn armen geklemd weer aan wal klom. Na afloop van zijn reddingsactie zei hij naar verluidt: ‘Wat ik heb gedaan, zou iedere Australiër hebben gedaan.’
Er wordt sowieso goed voor dieren gezorgd. Als een asiel in het voorstadje Fairfield het signaal uitzendt dat het onder water dreigt te komen, staat de plaatselijke bevolking binnen een uur en masse voor de deur om dieren mee te nemen. Mensen komen voor een hond of kat en gaan naar huis met een haan of geit. Het hele asiel is leeg; alle dieren zijn in veiligheid gebracht. De reporter straalt wanneer ze het verhaal vertelt.
Helaas zijn er ook schrijnende verhalen, zoals bijvoorbeeld over het vierjarige jongetje dat tijdens een reddingsactie uit de boot viel, werd meegesleurd door het water en later dood werd teruggevonden. Er worden beelden uitgezonden van doorweekte mensen die met gebroken armen uit helikopters worden getild. Ook zijn er interviews met huilende mensen die hun paarden voor hun ogen meegesleurd hebben zien worden door het water, en beelden van huizen waar het water bijna tot aan het plafond staat. Af en toe worden de beelden van het onheil me een beetje te veel. Soms moet ik de tv echt even uitzetten om niet al te gedeprimeerd te raken.
Wat ik in zekere zin nog afschuwelijker vind dan de beelden van de ramp zelf is de reclame die volgt op de nieuwsberichten -- reclame die vaak schril afsteekt bij de beelden die net zijn uitgezonden. Een reportage over de ernstige overstromingen in Ipswich wordt gevolgd door reclame voor een pretpark in dezelfde stad, vol hyperenthousiaste kinderen die je verzekeren dat een bezoek aan het park het perfecte vakantie-uitje is. Een reportage over de overstroomde oevers van de Brisbane River wordt gevolgd door reclame voor een superchic bouwproject op diezelfde oever, waarin wonen aan de rivier bijna lyrisch wordt aangeprezen, alsof zich daar op hetzelfde moment helemaal geen ramp afspeelt. Een reportage over mensen die hun hele huis dreigen kwijt te raken wordt gevolgd door reclame voor een meubelgigant die banken en bedden in de aanbieding heeft. Het lijkt wel alsof de tv-zenders hun best doen om de meest wrange reclame uit te zenden die ze kunnen vinden. Ik word er bijna onpasselijk van.
Het ergste is dat het ergste nog moet komen. Het hoogste waterpeil wordt morgenochtend om vier uur verwacht, en naar verwachting zal het twaalf tot achttien uur aanhouden. Ik zie op tegen de beelden die ik morgenochtend op tv zal zien, maar ik ben dankbaar dat ik zelf hoog en droog zit. Gold dat maar voor meer mensen in Zuid-Queensland…