Perth
Rottnest, Perth bierfestival en afscheid van mijn vlam
ROTTNEST, BIERFEST EN AFSCHEID DEEL IV.
Rottnest Island, ofwel Rotto. Dit 19 vierkante kilometer grote eiland ligt net voor de kust bij Fremantle en hier moet je natuurlijk geweest zijn als je toch in de buurt bent. Karin en Simone zouden namelijk binnen enkele dagen gaan beginnnen met hun roadtrip naar Melbourne. Met Bugs Bunny over de Nullabor, over risico nemen gesproken. Het langste stuk rechte weg ter wereld, midden in de woestijn. In de zomer, waardoor je een eitje kan bakken op de motorkap. En dat met een gammel oud wagentje met koelingsproblemen. Chapeau en succes!
Rotto hadden Karin, Simone, ik en Dan echter nog niet gezien, dus besloten we er een boottochtje naar toe te maken en hier dan een dagje rond te fietsen. Rottnest dankt zijn naam aan kapitein de Vlamingh. Deze Nederlander kwam hier op 29 december 1696 aan land en doopte het eiland “Rattenest”. Dit vanwege de aanwezigheid van de Quokka, die hier veelvuldig aanwezig is en lijkt op een groot soort rat. Doordat ruim 7000 jaar geleden Rotto aan het vaste land vast zat, is er ook nog kleinschalig bewijs te vinden dat de aboriginals hier hebben geleefd. Nadat het zich afscheidde van het vaste land, werd het door de aboriginals Wadjemup genoemd, wat zoveel betekent als “plaats aan de overkant”. Behalve als gevangenis voor eerst de aboriginals, in de eerste wereldoorlog voor Duitse en Oostenrijkse gevangenen en in de tweede wereldoorlog voor Italiaanse gevangenen, is het eiland verder vrij ongerept gebleven. Nu is het dan ook een natuurreservaat en slechts open voor toeristen. Ook vakantie kan er gevierd worden, maar permanente bewoning is verboden, de boswachters en de mensen die daar hun winkel hebben uitgezondert. Zo fietste we heerlijk in de zon over het eiland en genoten we van het landschap, de oceaan en jawel, de quokka. Deze beesten zijn zo tam en gewend aan toerisme dat je ze gewoon uit je hand kan laten eten en kan aaien. Verder nog een beetje heerlijk op het strand gelegen en gezwommen in de zee. Moe maar voldaan bracht de laatste veerboot ons weer terug naar het vaste land. Het was een heerlijke dag geweest.
10 en 11 januari was er het internationale bierfestival in Perth. Karin, Simone en Dan gingen er heen. Ik had er niet zo’n zin in, mede door de slechte verhalen die zich hadden verspreid. Maar ja, ik zat een beetje achter in de tuin te chillen met Matt en we besloten toch dat een bierfestival spannender zou zijn dan de achtertuin. Op een groot stuk open veld, net buiten het centrum was een groot festivalterrein herrezen. Nog voor we de poort binnen liepen, waren ons al tientallen mensen die gepasseerd die zeiden dat we ons geld hier beter niet aan konden spenderen. Maar goed, we hadden de kaarten al via internet uit geprint en konden dus net zo goed naar binnen gaan. Na een uurtje op het terrein, hadden we al door dat het ruk was. Veel te lange wachtrijen en een vrij beperkt bieraanbod. Toen we Karin en co eenmaal vonden, werd het toch wat gezelliger. Ze hadden een mooi plekje gevonden en ook het bier was daar iets sneller beschikbaar. Dat we eigenlijk meer aan de Little Creatures zaten, het bier uit Fremantle, zorgde er voor dat het eigenlijk helemaal niet zo internationaal voelde. Aan het einde van de middag ging Matt weg en bleef ik achter. Tussen Karin en mij hing inmiddels een enorme spanning die er in resulteerde dat ik uiteindelijk boos naar huis ben gelopen. Een twee uur durende wandeling. Ik moet zeggen dat ik inmiddels de boosheid kwijt was en slechts nog dodelijk vermoeid was. Toch nog maar even Karin bellen. Wat er nou allemaal was met ons? Conclusie: Karin zou over twee dagen weg gaan. Ze had het al een week uitgesteld, maar verder uitstel was niet mogelijk. Het liefst wou ze blijven en ik wilde niets liever dan dat ze zou blijven, maar de planning liet dat niet toe. Hierdoor waren we allebei enorm kribbig geworden en dat kwam het contact niet ten goede. Goed gesprek gehad en uiteindelijk heb ik die avond nog de trein naar Karin gepakt. Die laatste dagen konden we dan maar beter kwalitatief goed besteden en de kou was inmiddels uit de lucht. Die maandag voor haar vertrek, op dinsdag, had ik nog vrij genomen en we maakten er een heerlijk ontspannen dagje van. Even lekker lunchen, naar het strand en gewoon gezellig nog een maal bij haar op de bank hangen en film kijken. De volgende ochtend zouden we gelijktijdig vertrekken. Ik naar mijn werk en Karin naar Simone, om van daar uit verder te reizen. Een uur eerder dan de wekker zou gaan waren we allebei wakker. Douchen, ontbijten, praten, knuffelen, lachen en huilen. Het was een vreemde gewaarwording. Dit afscheid deed ons beide meer pijn dan alle voorgaande. Verliefd worden tijdens het reizen. Ik heb het al eerder gezegd, het is geen aanrader, maakt alles zoveel moeilijker. Met een brok in mijn keel en een steen in m’n maag stapte ik, na een lange intense zoen en een dikke knuffel, in de auto bij Desmond. Die dag zou er niets uit mijn handen komen. Rond de klok van elf uur, dinsdag 13 januari 2009 een sms. "Zijn nu officieel Perth uit. Ik wil terug, maar dat gaat helaas niet. Ik hoop je snel weer te zien. Hou van je. Dikke zoen, Bedbug". Een traan biggelt langs mijn wang en ik proef het zout op mijn lippen. Dit is een dag om snel te vergeten en voor altijd te onthouden.