Kamperen in Australië
Kamperen in Australië
Nog nooit ben ik zo blij geweest als met de beslissing om mijn tentje mee te nemen. Niet meer dan een dak boven het hoofd; net groot genoeg voor ons 2-persoons luchtbed en een stapeltje kleren.
Er wordt ons weleens gevraagd of wij weten wie er in dat kleine tentje zal slapen; nou wij dus!
De auto die we gehuurd hebben doet dienst als kast, alles binnen handbereik. In eerste instantie hebben we de tent meegenomen om af en toe te kunnen kamperen maar al na een paar dagen blijkt dat het slapen in een hotelkamer hier wel erg duur is. Hostels vinden we ook niet echt goedkoop en we hebben ook iets meer behoefte aan een eigen plekje.
Kamperen in Australië blijkt reuze leuk te zijn. Op een paar nachten na liggen we uiteindelijk 3 maanden lang op ons luchtbed en we hebben het enorm naar onze zin. Vanuit Sydney rijden we via Melbourne naar Adelaide, gaan daarna met de trein naar The Red Centre en uiteindelijk vanaf Perth via de kustweg naar Darwin. Zo veel kilometers en even zoveel landschappen. Van de prachtige kustlijn en bergen in het zuiden door het rode, hete centrum en eindigend in het groene en tropische noordwesten.
De campings waar we staan hebben allemaal iets eigens. We vinden ze op het internet, in de Lonely Planet of op aanraden van andere reizigers. Ze bezitten allemaal een campers kitchen waar je gezellig samen kunt komen met andere reizigers en verhalen en tips uit kunt wisselen. In de keuken is altijd een koelkast zodat je verse etenswaren lekker koel kunt houden en vaak zijn er ook één of meer losse bbq’s te vinden. Soms worden die op hout gestookt, maar meestal branden ze op gas. (Minder romantisch, maar wel zo praktisch). Aan de westkust zijn de campers kitchens soms wat minder of werkt bijvoorbeeld niet iedere gaspit. Dan is het wel eens aanschuiven om je potje te kunnen koken, maar we zijn er altijd nog uitgekomen. Relax, alle tijd! Halverwege de trip aan de westkant zien we mensen met een heel simpel 1-pits gasstel, ook een slim reisattribuut.
We kunnen onze tent op de meest mooie en rustige plekken neerzetten, maar het gaafst aan het kamperen vinden we toch het vele dierenleven rond ons tentje. Zo zien we bijvoorbeeld papegaaien, bijeneters, kaketoes, koala's, wallabies, leguanen, dingo's, emoes, kangoeroes, wilde paarden, wombats en possums. Van veel van deze dieren hebben we nog nooit gehoord, laat staan dat we ze vanuit ons luie campingstoeltje zo gemakkelijk hebben kunnen zien.
Soms is er een zwembad op de camping zoals die in de buurt van Ayers Rock. Hij is niet groot maar als je na een vroege wandeling thuiskomt wanneer de middaghitte aanbreekt is het er goed toeven. Wij liggen er in ieder geval iedere dag in, lekker hangen en een beetje kletsen.
En als we dan na het avondeten met een paar kaarsjes aan bij de eigen tent zitten voel ik me de koning te rijk. Als we geluk hebben is er een prachtige sterrenhemel, als we pech hebben ongedierte. In het Kakadu National Park liggen we elke avond al om 9 uur in bed omdat we het eeuwige gezoem van de muggen om ons hoofd zat zijn. Op zich is dit niet zo erg, de dag begint vroeg. Bij het eerste daglicht begint iedereen te leven en zo heb zelfs ik, als echt avondmens, er geen problemen mee.
Boodschappen doen is een verhaal apart. Onderweg zijn er genoeg kleine winkeltjes maar zeker aan de westkust missen die vaak het verse fruit, brood en groentes. Die slaan we dan in een iets grotere plaats in, de auto is een goede pakezel, en zo kunnen we weer een aantal dagen vooruit.
Behalve dan die ene keer dat we onze auto nét op de verkeerde plek neergezet hebben. Al ons brood en de noodles zitten vol met kleine miertjes die we er niet meer uit krijgen en uiteindelijk besluiten we alles weg te gooien. Of die dag in The Red Centre wanneer al onze appels vanwege de hitte binnen een paar uur verrot zijn. De keer dat we langer moeten blijven omdat de weg een paar dagen onbegaanbaar is wegens heftige regenval......Dan wordt het even improviseren.
Toch zijn het juist ook dit soort dingen die Australië zo bijzonder maken. Je leeft met de elementen. De natuur heeft een eigen wil, is onvoorspelbaar en jij moet je aanpassen. Het mooiste voorbeeld hiervan is voor mij de man die in de Northern Territory woont. Ik vraag hem wat hij doet in de natte tijd wanneer het water meters hoger staat dan normaal en het landschap overspoeld is. “Gewoon, wachten” zegt hij. Geweldig toch!
Binnenkort gaan we weer naar Australië en gaan dan het wat drukkere Sydney en Queensland bekijken. Benieuwd hoe de campings daar zijn, ons tentje ligt al klaar!