Paradijselijke Prom
Paradijselijke Prom
Niet lachen graag: ik ben nou vijf keer in Australie geweest, en nog altijd heb ik de twee voornaamste bezienswaardigheden van dat Great Southern Land niet mogen aanschouwen. Sterker nog: ik begin mij Australische partner en mijn schoonfamilie er inmiddels van te verdenken dat ze alles doen wat ze kunnen om mij maar weg te houden bij het Red Center of het Great Barrier Reef!
U zult dus, beste Reisreporter-vrienden, vergeefs wachten op een bespiegeld artikel over hoe heerlijk het snorkelen is rondom Great Keppel island, of hoeveel schakeringen rood ik waarneem bij een zonsondergang bij Uluru. Ik wou dat ik het u kon vertellen, maar ik ben er nooit geweest en begin me ernstig af te vragen of het er ooit van zal komen.
Daarentegen ben ik wél op allerlei minder befaamde plekken geweest, zeker in de deelstaat Victoria, waar het leeuwendeel van mijn schoonfamilie woont. Zoals Wilson's Promontory, een van de allermooiste plekken waar ik ooit geweest ben.
Nou wilde ik daar al heel lang eens naartoe, al lang voordat ik een Australische partner aan de haak sloeg zelfs. Ik denk dat het kwam door mijn opa, die me eens een boek over wilde dieren gaf. In dat boek trof ik een plaatje van een wombat aan, en ik was op slag verliefd. Een soort kruising tussen een cavia en een teddybeer, zo kun je dit verre neefje van de koala omschrijven. Een forse holbewoner, die overdag slaapt en 's nachts naar buiten komt om gras te knagen. En die vooral veel voorkomt in Victoria, en dan met name op Wilson's Promontory, de Prom.
Die Prom is een restant van een landbrug naar Tasmanie, een mini bergketen die een eind de zee insteekt, zo'n driehonderd kilometer van Melbourne. De tegenovergestelde richting van de -soms erg drukke!- Great Ocean Road zeg maar. We besloten een camper te huren om er een midweekje door te brengen. Reserveren hoefde niet; het was laagseizoen. "Maar", bromde de getuinbroekte Aussie die ons de camper verhuurde, "de kans dat jij daar een wombat gaat zien is net zo groot als dat je deze camper met een koelkast vol bier terugbrengt."
De mooie rit naar de Prom (nou ja... het eerste uur is gruwelijk, als je door de monsterlijke voorsteden rijdt) maakte iets van mijn deceptie goed, en de eerste aanblik van de Prom, een blauwige bergketen in de verte was adembenemend.
Op de Prom is maar één camping, bij Tidal River, een half uur rijden vanaf de parkingang. Een prachtig terrein, aan de voet van Mount Oberon, aan een kristalheldere rivier die in een zandige bedding naar zee stroomt bij een van de allermooiste stranden die ik ooit gezien heb. Ik was alle wombats meteen vergeten. De zonsondergang was onvoorstelbaar, elektrisch blauw, fuchsiaroze, perzikoranje, koraalrood... Tevreden ging ik slapen. De enige smet op de staat van Nirwana die ik bijna bereikt had was een enorme mier, die me in mijn teen beet of stak en voor behoorlijk wat pijn zorgde.
Helaas, ook in landen waar slangen en spinnen en megamieren rondspoken word ik 's nachts wakker om naar de wc te gaan. En in ons goedkope campertje ontbrak een eigen portapotti... dus met enige tegenzin ging ik de warme nacht in, waar het rook naar Ti-tree bomen en waar krekels tsjirpten.
Boven mijn hoofd flonkerden de onbekende sterren van de zuidelijke hemel, imposanter dan wat ik ooit had gezien. En terwijl ik wende aan het duister en speurde naar het Zuiderkruis hoorde ik opeens, vlak naast me, knagende geluiden. Tsjomp, tsjomp, tsjomp... iets scheurde aan het gras! Iets groots, hoorde ik ook, en ik stond toch wel even versteend. Toen richtte ik mijn zaklamp in de richting van het geluid... en zag iets groots grijzigs bruinigs harigs... en toen... twee puntige oortjes en twee amandelvormige ogen in een onmiskenbare teddyberensnuit.
"WOMBAAAAAT" gilde ik, ik kon het niet geloven! Mijn partner buitelde zo ongeveer de camper uit, even verderop gingen tentritsen open, ik had de halve camping wakker gegild. Ik durf best te erkennen dat ik tranen in mijn ogen had, een echte wombat, op twee meter van de camper! Mijn hele leven had ik van zo'n ontmoeting gedroomd. Die rare man van de camperverhuur had zomaar wat geleuterd. Sterker nog, toen we na een paar dagen het paradijselijke schiereiland (waar een minder prettige hete fõhnwind was gaan waaien) weer verlieten, stond de teller op achttien wombats, elf kangoeroes, vier emoe's en twee wallabi's.
Ja, natúúrlijk lieten we een paar biertjes in de koelkast achter voor de camperbaas.