Phillip Island
Phillip Island
Dit mooie zandeiland ligt op 2 uur rijden ten zuidoosten van Melbourne. Phillip Island is vooral bekend vanwege z’n pinguïns en zeehonden kolonies. De pinguïns komen rond zonsondergang in grote getallen de zee uit waggelen, wat ook wel de “pinguïn parade” wordt genoemd.
Net na de spits (die hier overigens vroeg begint) vertrekken we naar Phillip Island, waar we naar een autoritje van zo’n twee uur aankomen bij onze eerste bestemming: het Koala Conservation Centre. Hier kunnen we ook alvast de kaartjes voor de pinguïn parade kopen. De man aan de balie weet ons te vertellen dat de “ultimate experience”, de echte aanrader, vandaag met aanzienlijke korting is omdat ze weinig bezoekers verwachten vanwege de activiteiten op het GP-traject. Er zijn veel mogelijkheden, maar het leuke aan deze ervaring is dat je met een groepje van maximaal 10 mensen op een strand gaat zitten en de pinguïns met nachtkijkers na zonsondergang aan wal ziet komen. De andere varianten zijn veel massaler (variërend van honderd tot enkele duizenden toeschouwers), dus is de keuze vrij simpel. Tja, deze kleine rakkers worden behoorlijk commercieel uitgebuit, maar goed, we willen ze natuurlijk wel graag zien, aangezien dit nog de enige plaats is op het eiland waar ze aan land komen.
In de Koala Sanctuary brengen we behoorlijk wat tijd door. De koala’s zitten hoog in de bomen en het is even zoeken voor je ze ziet, maar dan zijn ze ook wel heel schattig. Ze op de gevoelige plaat vastgelegd krijgen is nog een grotere uitdaging…
Vanuit het Conservation Centre rijden we naar Pyramid Rock. Het is een grote piramidevormige basalt rots vlak bij de kustlijn. Het breken van de golven maakt het uitzicht nog mooier. Er waait wel een straf windje, waardoor we snel besluiten verder te gaan naar The Nobbies. Ook deze locatie biedt mooie uitzichten op het wilde water van Bass Straight en spectaculaire golven die tegen de rotsen aan beuken. Het is broedseizoen van de zeemeeuwen, dus zijn bepaalde gedeeltes afgesloten. Hierdoor kunnen we niet dichter bij de Seal Rocks komen, maar zover als we kunnen zien zijn de seals (Australische pelsrobben) met vakantie.
Voordat we onze kleine pinguïnvrienden gaan aanschouwen, maken we nog een leuke wandeling bij Swan Lake. Het ouder stel dat voor ons loopt spot een wombat en waarschuwt ons. Helaas laat het beest zich niet meer zien. Even verderop zien we wallabies in het wild. Het park staat bekend om zijn zwanen. Zwarte zwanen wel te verstaan en we hebben mazzel, want ze hebben zelfs kleintjes.
We gaan op tijd naar de Penguin Parade en eten daar nog een hapje voordat we met onze gids aan de ultieme ervaring beginnen. We krijgen donkerblauwe jassen aan, waar ik naderhand erg blij om ben. Niet omdat ze donkerblauw zijn, maar wel omdat ze je goed warm houden als je op een verlaten strand in weer en wind zit. De blauwe kleur is voor de pinguïns, vraag me niet waarom…
We worden met een busje naar het vertrekpunt gebracht en zijn nog net op tijd om getuige te zijn van de zonsondergang. Onze gids is duidelijk gepassioneerd over de kleinste pinguïns ter wereld en wil zijn enthousiasme en kennis van de diertjes graag op ons overbrengen. Na een korte strandwandeling en de nodige instructie installeren we ons langs een van de pinguïnpaden, klaar voor de grote intocht. We hebben wel erg veel geluk. Gemiddeld genomen komen op dit stuk zo’n 50 pinguïns aan land, maar vanavond zijn dat er maar liefst zo’n 153!
Weer terug bij het centrum drinken we nog een drankje om wat op te warmen. Daarna naar de auto. Even een korte check of er geen pinguïns onder de auto zitten (instructie staat op borden aangegeven) en dan weer op naar Melbourne.