Avontuur in de ruimte van Australië
Avontuur in de ruimte van Australië
Mijn autoroute - Ik had nooit gedacht dat mijn eerste ervaring met autorijden in het buitenland het rijden met een ruimtevaartuig zou zijn. Niet alleen draagt onze compacte kampeerbus de titel 'Spaceship', ook de inrichting lijkt van een andere planeet te komen.
Kampeerbussen maken mij altijd erg blij. Ik ben gek op verborgen opberghoekjes en word altijd emotioneel van uitschuifbare, wegdraaiende en opklappende delen die van een gewone auto een compleet vakantiehuis maken. Wie heeft er thuis nou een stoel-vriescombinatie of een gasfornuis –in plaats van een monster- onder zijn bed? Onze auto heeft daarbij ook nog een 'skyroof', zodat we 's avonds naar de sterren kunnen kijken.
"All systems are go. Ready for lift-off."
We rijden vanaf Cairns in noordelijke richting de Captain Cook Highway af. De eerste kruispunten worden met voorzichtigheid benaderd. Want hoe werkt een automaat precies en hoe zorg je ervoor dat je aan het eind van de rotonde links eindigt? Bij het richting aangeven worden de ruitenwissers aangezet en de linkervoet denkt iets te moeten doen, maar is vergeten wat ook alweer precies. Gelukkig blijken de Australiërs er zelf ook moeite mee te hebben, want overal staan borden dat we links moeten houden, rechts moeten kijken, vaart dienen te verminderen of voorrang moeten verlenen.
Zodra we de stad verlaten, rijden we het uitgestrekte gebied van de Northern Beaches in. De muziek gaat aan, de schouders van mijn vriend ontspannen en na een duik in de zee bij het idyllische Ellis Beach, durf ik zelf ook achter het stuur te stappen.
Na een kwartier angstig strak vooruit te hebben gekeken, bij elk verkeersbord verschrikt uit te roepen dat ik niet snap wat het betekent en dat ik 80 hard genoeg vind op deze bochtige weg, begin ik er pas de lol van in te zien.
Bij aankomst in het havenstadje Port Douglas kunnen we oprecht genieten van de zonsondergang en zelfs het naderende duister maakt ons niet echt bezorgd. Tot blijkt dat onze koplampen het nauwelijks doen.
Rijden op een onbekende weg, aan een onbekende kant, in een onbekend geschakelde auto naar een onbekende bestemming is natuurlijk heel avontuurlijk, maar we maken toch maar even een korte stop bij het tankstation. Want twee onbekende personen in een boom gekruld is natuurlijk een stuk minder stoer. Net op het moment dat we denken dat we niet meer verder kunnen rijden, besluiten we eens op alle eerder bekeken hendels te duwen in plaats van eraan te trekken. Met succes.
"We've got light. Power on. Stand clear…"
Het mooie van Australië is dat je op veel plaatsen mag wildkamperen. Er zijn openbare plekken waar je 1 nacht mag staan en water en een toilet kunt vinden. Zo kom je tot vlak aan het strand of sta je bijna middenin het regenwoud. Daarnaast zijn er campings voor iets meer veiligheid en comfort.
De eerste avond kamperen we aan Wonga Beach en de locals bekijken onze auto met grote nieuwsgierigheid. De vaste bezoekers hebben hun eigen caravan omgebouwd tot complete feesttenten, inclusief balkons, lichtsnoeren en vaste plantenbakken. Ze vinden het prachtig dat we elke dag alles inladen en weer naar de volgende plek trekken, om daar het natuurschoon te bewonderen en openbare barbecues te gebruiken.
Na de veerpont over de Daintree River, vervolgen we de Cape Tribulation Road tot de weg letterlijk ophoudt. Onderweg vinden we overal boardwalks; houten paden waarover je in relatief korte tijd een (rond)tocht kunt maken.
In het Daintree Discovery Centre leren we alles over de plaatselijke flora en fauna (zes jaar biologielessen van de middelbare school in een uur overtroffen) en staan we drie boardwalks later oog in oog met een drietal wilde kasuarissen. Op de video is te horen hoe ik voornamelijk "We gaan dood!" en "Niemand zal ons hier vinden…" aan het roepen ben, maar mijn schrik werd een stuk verder rijden ruimschoots goedgemaakt met een ijsje van de Daintree Ice Company. Zij maken -met een boomgaard vol tropische vruchten- dagelijks busladingen toeristen blij met bijzondere ijssmaken als 'wattleseed' en 'yellow sapote'.
"Mission control: 60 seconds of fuel remaining…"
De afstand tussen Cape Tribulation en Mareeba is flink, dus onderweg trakteren we onszelf op een lange tankbeurt en een bezoekje aan de bergrijke omgeving van Mossman. Als we de weg vervolgen, zien we geleidelijk het landschap buiten de auto veranderen. Van de tropische, frisse groenheid van het regenwoud gaan we naar de dorre, bruin-rode vlaktes van de Outback.
In Mareeba bezoeken we The Coffee Works, het 'Disneyland voor koffieliefhebbers'. Terwijl ik mijn vriend de 21 soorten koffie en 3 likeuren zie aanvallen, besluit ik het volgende deel van de trip te rijden en geniet ik van de keur aan chocolade en locale theesoorten.
"Houston, we've got a problem!"
Bij Lake Eacham zien we een vrouw een spurt nemen naar haar peuter die vrolijk waggelend recht op een python afloopt. Het beest ligt zonnend onder de picknicktafel. Volgens haar gaan we van een beet niet dood ("I mean, it will hurt a lot and you still need to see a doctor and all that, but no worries…"), maar we kiezen toch voor de grote boog eromheen.
De rest van de Atherton Tablelands, zoals dit deel van Queensland heet, bestaat gelukkig voornamelijk uit onschuldige (maar prachtige!) watervallen.
De Palmerston en Bruce Highway brengen ons naar Babinda, van waaruit we The Boulders en Devils Pool in het Wooroonooran National Park bezoeken. We kamperen aan het strand van het rustige Bramston Beach, waar de Melkweg werkelijk straalt aan de hemel die nacht.
"The Eagle has landed"
Helaas voor ons is het avontuur met ons ruimtevoertuig afgelopen. We rijden terug naar Cairns en met pijn in ons hart nemen we afscheid van ons huisje op wielen.
Zeker is dat we tijdens onze verkenning van de westkust -later dit jaar- weer met de auto gaan. Met een kampeerbusje, of een auto met tent, dat maakt niet uit. Het gaat om de vrijheid om zo lang als je wilt op een mooie plek te blijven. Reizen per auto is voor ons:
"One small step for man, one giant leap for mankind."