Utah

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Utah image

Maandblog Bij de beesten af!

Utah
Verenigde Staten
Laureen

Maandblog Bij de beesten af!

Wij zijn gek op Amerika. Al zestien keer was ik er en hoop er volgend jaar voor de zeventiende keer naar toe te gaan. Altijd is er wel iemand die zegt: Alweer? Ben je er nou nog niet op uitgekeken? Wat zoek je daar toch?
Maar Amerika laat zich niet beschrijven. Dat moet je gewoon zien, je aan vergapen en je klein en nietig voelen.
Voorbeelden te over natuurlijk, maar er zijn dingen waar ik me keer op keer in kan verliezen. Eén daarvan is Monument Valley. Prachtig, kolossaal en huiveringwekkend mooi.
Ook als je er foto’s van ziet of de omgeving komt voor in een film denk je: ik moet daar gewoon nog een keer naar toe!. Een bekende film is Forrest Gump, met Tom Hanks, die op een gegeven moment gaat rennen, weken, maanden, met al die volgelingen achter zich aan. Ineens zegt hij: ik ben moe, ik wil naar huis. Ze hebben een bord gezet om aan te geven waar dat was. Onopvallend en als je het niet weet zie je het niet.
Is het gek dat we ook deze keer weer naar deze prachtige plek terug wilden?
Vanuit Arizona reden we Utah binnen, waar de noordelijke punt van Monument Valley ligt. Het behoort tot het grondgebied van de Navajo Indianen en wordt door hen beheerd. In Amerika zijn nogal wat Indianenreservaten en je herkent ze doorgaans meteen. Het zijn heel mooie gebieden, die worden gemarkeerd door rotzooi en doodgereden honden. De meeste Indianen zijn slecht voor hun dieren, paarden en koeien gaat nog wel. Maar voor hun honden zijn ze liederlijk. Iedere dag gaan er vrijwilligers de reservaten in om honden te redden. En als er iets is waar je me woest mee krijgt, dan is het dierenmishandeling!
Bij de staatsgrens stopte ik en nam een foto van het welkomstbord. Meteen zie ik iets raars: onder het bord staat een hondje. Midden in de woestijn? Geen bewoning? Hondje?
Dat kon niet kloppen. Ik reed langzaam verder en het hondje liep een eindje mee en toen zag ik het gerafelde, nylon koord om zijn nekje. Ik stopte en hij ging meteen voor de camper zitten, de wanhoop scherp op dat kleine hoofdje afgetekend. Ik heb geen verstand van honden, maar zelfs ik kon zien dat het een border collie pup was van een maand of twee. Ik tilde hem op en als een kat klampte hij zich aan me vast. De door ons voorgezette bak water werd leeg geslobberd en daar zaten we dan. En nu?
Een eind verderop stonden gebouwen, maar dat bleken een soort Shurguards te zijn, waar Indianen hun waar verkochten. Navraag daar leverde ons ongeïnteresseerde, veelzeggende blikken: niets kopen? Ga dan weg met dat rotbeest.
Vijf mijl verderop zat een camping waar we wilden overnachten. Met het hondje op schoot reed ik er naar toe. Met de pup aan het gerafelde koord gingen we bij de receptie naar binnen. De gelaatsexpressie van de Indianendames was duidelijk: hoe durfde ik binnen te komen met zo’n vies beest, wegwezen graag!
Twee dames met een Doberman aan boord gaven me zakjes hondenbrokjes voor de eerste dagen. Nadat we geïnstalleerd waren heb ik het diertje gebaad. De witte pootjes rood van het woestijnzand, een uitgemergeld lijfje en onder de teken. Hét kenmerk van indianenhonden: ze barsten van de teken.
Daar zit je dan in je huurcamper waar je absoluut geen dieren in mag hebben, met een pup die ondervoed en uitgedroogd is. Die niet weet wat uitlaten is of domweg pup zijn. Aan het touw liet ik hem uit en iedereen sprak me aan. De adviezen die ik kreeg waren: of naar een dierenarts brengen of naar de RSPCA. Maar zou Hondje niet snel genoeg een nieuw baasje krijgen, dan werd hij afgemaakt. Geen optie dus. De dagen erna liet Utah, zoals we haar hadden genoemd (het bleek een meisje te zijn), zien hoe slim ze was en hoe aanhankelijk. Haar dankbare hartje opengezet voor deze tweepoters, die niet wisten hoe het nu verder moest. In de camper blijven mocht eigenlijk niet, mee naar huis in Europa onmogelijk. Maar ze had zich ook al een plek in ons hart weten te veroveren, dus dan word je nog veeleisender over de huisvesting.
We strandden bij een willekeurige camping in Monticello. De receptie was onbemand, de deur op slot. Maar er kwamen wel een stel katten aanlopen om ons te begroeten. Om de hoek hoorde ik stemmen, We liepen erheen en zagen een hondenparadijs: honden, katten, paarden, een geit, kippen, kinderen die met de dieren speelden. Hier moest ze blijven en nergens anders! Maar hoe krijg je dat voor elkaar?
Natuurlijk kreeg ik op mijn vraag: Do you want a dog? No, tot antwoord. Geniepig als ik ben nam ik Kasey, de moeder en beheerder van het hele spul, mee naar de camper waar Utah op haar kussentje op het dashboard lag en begon te kwispelen toen ze me zag. Haar armzalige staartje pofpoffend en haar fluwelen ogen op ons gericht, smolt ze het hart van Kasey.
Utahs vacht was in die paar dagen al beginnen te glanzen, haar pootjes hadden nog de verwondingen van het uitgedroogd zijn. Bij inspectie bleek ze een kippenbot over haar gehemelte te hebben, dat klem zat tussen haar kiezen. In totaal werden er dertien teken verwijderd en dan nog de strijd die Kasey met haar man met haar man heeft moeten voeren om Utah te mogen houden. Vierendertig dieren hadden ze, inclusief slang en een poes die net gejongd had. Nog geen maand geleden hadden ze afgesproken er geen dieren erbij te nemen.
Utah heet nu Daisey May. Ze is een heel gelukkige hond en ze zijn dol op haar. Ik had tranen in mijn ogen toen we vertrokken: ze was zo lief en zo slim. Haar mochten we redden en ik ben er dankbaar voor. En dan denk ik aan al die andere honden, achtergelaten of vergeten in de woestijn. Verontwaardigd? Nee, woedend kan ik erom worden!



Foto's

613d9.jpg
613d9.jpg
Laureen
ae5c8.jpg
ae5c8.jpg
Laureen
66051.jpg
66051.jpg
Laureen
9f90e.jpg
9f90e.jpg
Laureen
ae5c8.jpg
ae5c8.jpg
Laureen