Utah
Grand Stairs Escalante: Spooky en Peek-a-boo slotcanyons
Dit jaar geven we weer toe aan de hang naar avontuur. We bezoeken Spooky en Peek a boo Gulch. Twee slotcanyons die tot de spectaculairste behoren van Noord Amerika.
Om er te komen moeten we een heel stuk rijden over “Hole in the rock road”, een dirt road die met droog weer goed te berijden is met een normale wagen. De afslag naar de Dry Fork, de weg die leidt naar het beginpunt de afdaling naar de canyon waarin deze twee slotcanyons zich bevinden, komt pas na zo’n 26 mijl wasbord rijden. De nog hobbeligere weg naar de Dry Fork, lijkt onberijdbaar. Diepe kuilen en geulen afgewisseld met scherpe rotsblokken leiden na een kleine 2 mijl stapvoets rijden en tenen bij elkaar knijpen naar de canyonrand boven de Dry Fork Creek, die zo’n 100 meter dieper ligt.
We noteren onze namen in het registratieboek (mocht er iets gebeuren..!)
De zon brandt, maar gelukkig blaast er een verkoelende wind. Het is even zoeken om de weg naar de canyon beneden te vinden, maar dan zijn we al snel bij de eerste slotcanyon, de Peek-a-boo. De ingang ligt bijna 3 meter hoger en er ligt een grote plas water onder. Om er in te komen moet je m.b.v. uitgehouwen gaten in de rotswand omhoog klauteren.
We twijfelen of we goed zitten en lopen dus eerst nog even door. Maar de beschrijving klopt en iets meer dan een kilometer verder komen we via een brede zandvlakte bij de ingang van de Spooky Gulch. Deze doet zijn naam zeker eer aan. Al na zo’n 50 meter wordt hij zo nauw dat je je er zijdelings door heen moet wurmen. Daardoor wordt het ook donkerder en openbaren de mooie oranjerode en paarsblauwe tinten zich die zo typerend zijn voor het licht in een slotcanyon. Even verder zit ik met zowel borst als rug tussen de canyonwanden ingeklemd en lijkt het er even op dat ik niet verder kan. Maar door wat te zakken lukt het toch. Elmo kost het nog meer moeite, maar gelukkig kunnen we verder. Na een aantal kronkelige bochten waar je je als een slangenmens door heen moet wurmen komen we op een plek waar we zowaar even naast elkaar kunnen staan. Tijd voor foto’s. Dit is een fantastisch avontuur.
Volgens de beschrijving kun je op een gegeven moment niet verder vanwege een enorm rotsblok dat ingeklemd zit tussen de wanden. Maar van een paar jongens hadden we begrepen dat het toch mogelijk is, hoewel het niet iedereen lukt. Er volgen nog twee zeer nauwe stukken met een ademplek ertussen. De kloof kronkelt nog meer. In de wanden zitten schuine “kiezelbanden” wat de golfpatronen nog meer versterkt. Tjonge, wat is dit prachtig en spannend! Na zo’n 300 meter komen we inderdaad bij de shockstone en een arch in de kloof. Hier lijken we inderdaad niet verder te kunnen; je moet zo’n twee meter hoger zien te komen om de steen te passeren, alleen lukt dat niet. Ondanks mijn goede en slibvaste zolen schuif ik terug naar beneden en schaaf mijn knie. Elmo probeert het en met behulp van mijn handen als opstap lukt het hem om omhoog te komen, zodat hij mij het laatste stuk omhoog kan hijsen. Er volgt weer een heel smal stuk. Dit is Amerika’s smalste slotcanyon waar nog een mens doorheen kan. Het stuk naar buiten duurt veel langer dan ik gedacht had en bij weer een hoge hindernis vraag ik me af of we het zullen redden, maar na deze overwonnen te hebben wordt het niet breder, maar wel lichter. De wanden zijn lager en uiteindelijk komen we in een breed zandbed uit. De canyon was fantastisch, geweldig spannend, maar teruggaan, lijkt geen optie.
Gelukkig staan hier wel cairns (routesignalen), hoewel we geen idee hebben waar ze naar toe gaan. Na een tijdje komen we langs wat lijkt op de uitgang van een andere slotcanyon. Volgens de kaart zou dat de Peek-a-boo kunnen zijn en we besluiten het te onderzoeken. Het eerste stuk is licht en smal, maar na een moeilijke steile afdaling komen we in een breder stuk. Hier ontmoeten we een tweede luipaardhagedis die niet weet hoe snel hij weg moet rennen. Ik kan hem bijna niet bijhouden, maar er is geen ontkomen aan, dus poseert hij tenslotte op een meter of drie afstand toch maar voor een foto. Als ik nog dichterbij wil schiet hij er als een haas vandoor.
Even verder komen we bij weer een diepte waar je nauwelijks naar beneden kunt. Gelukkig zie ik wel de bodem maar moet me toch op goed geluk naar beneden laten vallen. Hier is het fantastisch mooi. Ik ben zojuist door een dubbele arch (steenboog) naar beneden gekomen. Ik moet kruipend door een gat van 40 cm. hoog en ontmoet daar in het donker een dikke duizendpoot. Maar het licht kleurt de wanden prachtig oranje tot paars-rood. Deze canyon is korter maar prachtig gebeeldhouwd door de kronkelende rivier. Ik kom nu in een grotachtige ruimte met weer een arch en een afdaling op een steen in een grote plas water. Weer bengelen mijn voeten een halve meter boven het water en is het zoeken hoe dit aan te pakken. Spannend! De beloning: de ingang van de slotcanyon, drie meter boven weer een plas water, maar na wat teamwork komen we ook hier weer droog uit.
Wat een fantastische tocht. Ik voel de adrenaline stromen, dit avontuur was geweldig.