The Biggest Little City in the World
The Biggest Little City in the World
Reno, Nevada heeft zichzelf briljant op de kaart heeft gezet als The Biggest Little City in the World. Hierbij kan worden aangetekend dat Biggest één op één inwisselbaar is met Ugliest. De stad is namelijk hevig in de rui, in verval. Iets dat je niet alleen ziet maar ook hoort.
Bijvoorbeeld van de eigenaren van onze B&B (tevens eigenaar van een hond in trui ter grote van een flinke cavia die tussen het blaffen door schijnt te luisteren naar de naam Ada). Maar ook van de barman in het hippe, flink afgeladen café en de serveerster in de dampende brouwerij annex restaurant Brasserie St. James (http://brasseriesaintjames.com/) waar je vanwege de massale aanloop alleen nog aan de bar mosselen met friet kunt eten.
Wie zich downtown waagt ziet al snel waar al die mensen op doelen. Dichtgetimmerde casino’s, gaten in de stoep en verlaten straten. Het Nationale Bowling statdion is helaas ook dicht, maar misschien is het winterstop.
Van plan een deel van onze vakantie terug te winnen, maar bovenal gedreven door nieuwsgierigheid stappen we tegen alle adviezen in de rivier over en het centrum binnen. We wagen ons in één van de naar binnen gekeerde casino’s, CircusCircus en uitgewrongen theezakje vergeleken met de grote circustent in Vegas. De gokpiste wordt grotendeels bevolkt door dikke gezinnen wiens lach om de mond de ogen niet bereikt. Veertien dollar en ontelbare indrukken rijker stappen we weer naar buiten de kou in, zetten de pas er in en laten de melancholische lichtjes van het gokwalhalla achter ons.
Gelukkig heeft Reno ook een andere kant. Wat dat betreft is het stadje net een oester die van buiten ruw en lelijk oogt, maar een paar onverwachte pareltjes herbergt, waaronder Craft (http://www.craftreno.net/) op 22 Martin Street.
Wat voorheen ruw en lelijk was aan wanden, vloer en plafond van een voormalige kostuumfabriek, is nu van een industriele schoonheid. Een schoonheid die is aangekleed met lange houten blokken waarop dozen en kisten vol flessen wijn, whiskey en cognac staan en liggen. Aan de tafels voor de grote ramen zijn Renoenaren van allerlei pluimage met elkaar in gesprek, wijn- en bierflessen nimmer buiten handbereik.
Dat bier heeft ook een mooie herkomst. Tegenover de bar hangen plastic gordijnen, type slachthuis. Af en toe gaat er iemand door naar binnen die, voor zover wij hebben kunnen zien, ook altijd weer naar buiten komt. Wie naar buiten komt staat nooit met lege handen, want achter de gordijnen is een enorme koelcel waarin honderden soorten bier in flessen, blikken, sixpacks in kale rekken staan. De bedoeling is dat je na je te hebben verdiept in zoveel keuze (this is America baby), je fles, blik of sixpack via de bar waar de barman je keuze noteert, naar je tafel meeneemt en opdrinkt, Naar huis meenemen kan natuurlijk ook en je ziet sommige gasten dan ook vertrekken met een half flesje wijn, een threepack of een doos met flessen.
Buiten begint inmiddels de eerste sneeuw te vallen, de stad oogt er zachter door. Binnen ontkronen wij nog een Emelisse Rauchbeer uit Zeeland en denken: Reno smaakt zo gek nog niet.