Las Vegas, stad van tegenstellingen
Las Vegas, stad van tegenstellingen
De stad waar ik aan verslaafd ben is Las Vegas, Nevada (niet te verwarren met Las Vegas in New Mexico). De stad van verspilling en armoede, van glamour en licht, van hoop en eenzaamheid.
Deze miljoenenstad leeft vierentwintig uur per dag en ’s nachts om drie uur is het net zo druk als ’s middags om drie uur. Er zijn ook geen klokken in Vegas, want je moet vooral niet herinnerd worden aan de tijd. Las Vegas –Spaans voor de weiden– ligt midden in de woestijn. Het is niet een stad waar je effies naar toe gaat, je moet er een behoorlijk eind rijden voor over hebben.
De skyline van Vegas is volgens mij de merkwaardigste ter wereld: een piramide, een kleine Eiffeltoren en nog meer gebouwen in allerlei maten en kleuren en overal vliegen helikopters. Langs Las Vegas Boulevard, oftewel The Strip, staan gigantische casino’s die allemaal een ander thema hebben: The Venetian: Venetië inclusief gondelvaarten en zingende gondeliers, Luxor in de vorm van de piramide van Cheops, MGM filmstudio met zijn stoere leeuwen, het toverslot Excalibur, Caesars Palace, Treasure Island, New York New York met een gigantische achtbaan langs de buitenkant en nog veel meer. Een leuk weetje: uit de top van casino Luxor komt een bundel licht die op de maan te zien is!
En niet alleen langs The Strip staan casino’s, ze staan overal. En buiten de casino’s kun je haast in iedere publieke gelegenheid gokken: bij de wasserette, in de supermarkt, bij het benzinestation, de drankenzaak, enzovoort. Maar ook zodra je door de douane komt op het vliegveld, hoppa, gokkasten.
De kolossale billboards die overal oplichten. Alle energie wordt door Hoover Dam geleverd, de ecologische voetafdruk van deze stad moet enorm zijn!
Een casino is een gigantisch gebouw met vaak een hotel erbij van tweeduizend kamers of meer. Stel je qua grootte zoiets voor als Schiphol, opgesierd met, bijvoorbeeld, een Eiffeltoren buiten en een stukje Parijs erbij. Ga naar binnen waar het thema wordt voortgezet–gewoon in je korte broek en T-shirt–en laat je overweldigen door honderden en honderden gokmachines, maar ook goktafels, roulettes, bars, restaurants, shows en exclusieve winkels. Uren kun je er ronddwalen en dan heb je nog niet alles gezien.
Eigenlijk is vrijwel ieder casino één groot pretpark, dat jou en je dollars binnen naar wil lokken. Ondanks dat je in Amerika onderhand een para bent als je rookt, staan hier overal asbakken.
Zodra je een muntje in een gokautomaat gooit, komt een bedienende dame je vragen wat je wilt drinken. Gratis. Zo’n dame heeft negen van de tien keer een kittig, sexy pakje aan, een mooi figuurtje en lange benen. Negen van de tien keer hebben ze ook een hoofd om hout op te hakken. Waarschijnlijk keken ze bij de sollicitatie niet hoger dan de schouders: het belangrijkste ziet er goed uit, de rest doet er niet toe.
Honger? Er zijn meerdere restaurants per casino. Neem het restaurant waar ze een buffet ‘doen’. Ieder casino heeft er wel eentje.
Je betaalt een relatief lage prijs en dan kun je je helemaal ongelukkig eten. Overal zitten mensen met borden opgestapeld voedsel. En het eten is zonder meer goed. Geen junkfood, al kun je dat vaak ook wel nemen, maar pasta’s, allerlei soorten vlees, salades, groentes en aardappelgerechten.
Als je ogen dan uit beginnen te puilen van het eten is er ook nog het dessertbuffet. Maar erger je niet aan de typische Amerikaanse verspilling: een bord met een toren eten, één hapje nemen, de rest laten staan en weer een bord gaan halen. De serveersters gooien al dat eten met een onbewogen gezicht weg: ze zien niet anders. Later waggel je het restaurant uit en besluit dan ’s avonds in dat of dat casino te gaan ‘buffetten’.
Om het casino te verlaten volg je een bepaald patroon in het oerlelijke tapijt, dat er op de één of andere manier altijd uitziet als miljoenen vierkante meters braaksel. Anders raak je de weg kwijt: er zijn amper oriëntatiepunten. Het is namelijk helemaal niet de bedoeling dat jij en je dollars vertrekken.
Buiten staan overal, zo te zien, Mexicaanse mannen andere mannen kaartjes in handen te duwen waar beschikbare prostituees op staan inclusief foto. All the dreams that money can buy, nietwaar?
Of ga naar Down Town Vegas, de groezelige versie van The Strip, waar de trouwkapelletjes zijn. Je hoeft soms de auto niet eens uit te komen om je jawoord te geven. Bewonder de lichtshows boven Fremont Street, de beroemde Fremont Experience en koop goedkope sieraden bij de pandjeshuizen. Verpand door goklustigen; zodra ze de jackpot winnen zullen ze het weer terugkopen. Hopen ze.
Kijk je ogen uit, verbaas je en bewonder. Maar daarna moet je écht gaan kijken en wat je dan ziet is schrijnend. Al die mensen die hier eigenlijk niet thuishoren, aangetrokken door het schijnbaar gemakkelijke geld. Zoals die jonge neger, die een half opgegeten Mac Donald menu uit een vuilnisbak haalt en met lange tanden opeet. Alleen ik zag hem, verder drong hij tot niemands netvlies door. De menigte slenterde verder, op weg naar de volgende curiositeit in fantastisch Las Vegas. Of de oorlogsveteranen die op de grond zitten met een beker waar je geld in kunt gooien. Letterlijk moegestreden, de oorlogsafschuw nog in hun ogen. Ze mochten vechten en moorden voor hun land, maar bij thuiskomst is er geen plek voor ze. De senioren met hun versleten kleren, bedelend om een dollar. Bij supermarkten willen ze je karretje terugbrengen, in de hoop dat je ze wat toestopt.
Maar ook de gokverslaafden, die gehypnotiseerd nog meer geld in die hongerige sleuf proppen. Of juist verbijsterd kijken naar de machine die hun laatste cent heeft opgeslorpt. Maar het geluk zou toch wel een keertje keren, waarom nu dan niet? Op moeilijke voeten en versleten pantoffels zie je ze vertrekken, in armoe wachtend op hun volgende uitkering. Want dan, dan gaan ze die grote prijs vast winnen. Maar er is er maar eentje die wint…