Florida

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Florida image

Caribische Cruise vanaf Port Canaveral

Florida
Verenigde Staten
Pascalebruinen

Caribische Cruise vanaf Port Canaveral

Stormy Weather(2)

Het is ochtend. Wonder boven wonder heb ik ondanks deze onheilstijding goed geslapen. Vannacht is er duidelijk meer beweging van het schip te voelen geweest dan anders, maar ik heb er geen last van gehad. Een blik door onze patrijspoort leert dat het, zoals voorspeld, helemaal bewolkt is en dat het flink regent. Op zee zijn schuimkoppen en behoorlijke golven te zien, opgestuwd door de harde wind.

Ik ben onrustig want vandaag gaat het echt stormen. Ik weet alleen niet wanneer. Voor alle zekerheid doe ik alvast twee polsbandjes om die geacht worden mijn evenwichtsorgaan in bedwang te houden door acupressuur. Omdat we door de jetlag toch al vroeg wakker zijn, besluiten we snel te gaan ontbijten. Niks zo slecht voor zeeziekte als een lege maag.

Een paar uur later begint het schip echt flink te bewegen, zodat het soms lijkt alsof ik stomdronken ben. Het ene moment loop ik ineens bergop, om het volgende heel snel naar beneden te lopen. Het is een gekke gewaarwording, maar niet echt akelig. So far so good. Uit preventief oogpunt slikken we gembercapsules, door een bevriende apotheker aangeraden als het beste middel tegen misselijkheid.

Als ik tegen de middag nog steeds niet doodziek ben, besluit ik aan dek te gaan om eens te kijken hoe hard het nu eigenlijk echt waait. Meteen nadat ik een voet buiten heb gezet, word ik bijna omver geblazen. De wind rukt woest aan mijn kleren en blaast mijn haren alle kanten uit. Het gierende geluid overstemt alles zodat we moeten schreeuwen om verstaanbaar te zijn. Het water in het zwembad wordt zo hoog opgezwiept dat het bij tijd en wijle aan alle kanten over de rand slaat. De regen geselt het dek. Af en toe is er zo’n felle rukwind dat ik, zonder iets te doen, een stukje vooruit geblazen word. Tegen de wind in lopen, kost me echt moeite. Ondanks al dit geweld is het aangenaam warm buiten. Een vreemde gewaarwording.

Van bovenaf het hooggelegen dek is niet goed te zien hoe hoog de golven nu zijn. Vanuit onze hut op dek 2, toch nog zo’n zes meter boven het zee-oppervlak, is dat veel beter te beoordelen. Daar zie ik dat er in zee telkens overal grote “gaten” ontstaan waarlangs zich steile wanden van water vormen. Die wanden zijn de golven en die zijn hoog. In verhouding tot de sterkte van de wind en de hoogte van de golven beweegt het schip niet zo veel als je zou verwachten. Weliswaar rolt de boot af en toe behoorlijk, maar het is goed te doen want ik heb nog steeds geen toevlucht hoeven nemen tot echte medicatie waarvan je zo suf wordt als een garnaal. Ik betrap me erop dat ik het zelfs best wel leuk begin te vinden, die storm. Ik voel me net een stoere zeebonk, maar dan zonder de plakplaatjes. Ik, van te voren nog bang en ongerust, kan een échte storm trotseren en ben weer een spannende ervaring rijker.

En een illusie armer, zo blijkt als we de dag erna – als het schip in rustiger vaarwater is gekomen - met een groepje van vijftien man een excursie doen langs de gebieden van het schip die normaliter off limits zijn voor de passagiers. Op de brug legt de kapitein uit dat het schip beschikt over stabilisatoren die het schip beschermen tegen de rolbeweging. Laat ik me die nu altijd voorgesteld hebben als een soort van megaroeispanen die aan weerskanten van het enorme schip met tientallen tegelijk naar buiten komen. De ontluisterende werkelijkheid is dat het er maar twee zijn (twéé, nu vraag ik je) die elk, en nu komt het, vijf meter lang zijn. Víjf meter. Ik voel een hysterische lachbui opkomen als ik me afvraag hoe twee van zo’n lullige spaantjes in hemelsnaam zo’n joekel recht moeten houden in een storm. Maar goed, ik ben niet zeeziek geworden dus zal het toch wel voldoende zijn. “Bedankt dat u ze gebruikt heeft gisteren in die storm”, zeg ik daarom tegen de kapitein, “dat heeft wel geholpen”.

“We hebben ze helemaal niet gebruikt”, antwoordt hij terwijl hij enigszins geamuseerd naar me kijkt. Ik krijg een hoofd als een boei. Hoe toepasselijk. Ik hoor gegrinnik opstijgen uit de rest van het groepje. Inclusief H. Ik werp hem een dodelijke blik toe. Mooie boel is dat, denk ik bozig, hebben ze van die dingen en dan gebruiken ze die niet eens. En dan te bedenken dat die pief van de bemanning me dat wel had wijsgemaakt.

“En een echte storm was het ook niet”, doet die verdraaide kapitein nog een duit in het zakje. “Dan helt het schip zodanig dat de golven over de hoogste dekken komen en stuur ik iedereen verplicht naar zijn hut”. Oh. Dat wist ik niet. Sommige dingen kun je, als cruiseverslaafde, ook beter niet weten.

Dit is er een van.

© Pascale Bruinen