Alaska
Alaska, the last frontier
Het is vandaag woensdag 14 mei en we liggen voor anker in Skagway. Een plaatsje beroemd geworden, omdat hier in 1897 de Klondike Goldrush begon. Aangestoken door verhalen dat er gigantische goudvondsten waren gedaan liepen zo’n 40.000 Amerikanen elkaar onder de voet. Buschauffeurs in San Francisco lieten ter plekke hun bus achter en ook de burgemeester schijnt onmiddellijk naar Skagway vertrokken te zijn.
Weinig golddigggers hebben het echter tot miljonair geschopt. Het waren vooral outlaws als Soapy Smith, de notarissen en advocaten vanwege de gold-claims -, en de hotelhouders ( vooral die met pikant vermaak tot in de kleine uurtjes) die er beter van zijn geworden.
De Goldrush duurde zo’n drie jaar, waarna de stad weer bijna leeg liep. Toch heeft de Goldrush er wel voor gezorgd dat Alaska dichter bevolkt werd en later zelfs als 49e staat aan de Verenigde Staten werd toegevoegd.
Het plaatsje zelf is nog in authentieke staat gebleven. Geen ghost town zoals zoveel andere plaatsen met eenzelfde verleden, maar een stadje met nu zo’n 1000 inwoners die voornamelijk van het toerisme leven.
In het hoogseizoen leggen hier 4 cruiseschepen per dag aan en worden er ineens een kleine 10.000 kapitaalkrachtige toeristen aan wal gespuugd. Een groter verschil met de straatarme bevolking van een eeuw geleden kan er niet zijn.
Omdat we winkeltjes kijken al snel moe zijn, wilden we in Skagway wat trails gaan doen, maar helaas, het weer zit vandaag niet bepaald mee. De regen komt met bakken uit de hemel, dus zit ik hier nu vanuit de bibliotheek van het schip met, dat moet wel gezegd worden, een magnifiek uitzicht, dit stukje te typen.
De eerste volle dag op zee, in de Inside Passage, is helaas ook helemaal verregend. Op het eind van de avond kwam daar ook nog een flinke storm bij waardoor er aardig wat deining aan boord was. Toch wordt je op zo’n groot schip, vanwege de uitstekende stabilisatie en dankzij een tabletje tegen zeeziekte gelukkig niet zo snel zeeziek. Maar het is wel een gek gezicht als je iedereen als een dronkenman slingerend door de gangpaden ziet lopen
Gisteren begon de dag gelukkig met een heerlijk zonnetje. Lekker zonder jas op het dek van de prachtige omgeving genoten. En we hadden geluk, we zagen een aantal dolfijnen die met de boot meezwommen (bij navraag bij de Glacier bay park ranger, bleken dit de zeldzame en kleinste dolfijnen: porpoises te zijn).
Later hadden we, vanuit het restaurant waar we ontbeten, een prachtig uitzicht op enkele spuitende en met de staart klapperende bultrug walvissen (Humpbackwhale’s). Natuurlijk hadden we op dat moment net de fotocamera niet bij ons.
Maar op zo’n moment ben je die regen en storm dan weer snel vergeten.
Om 14.00 uur ‘s middags kwamen we aan in Juneau, de hoofdstad van Alaska. Het weer was nog steeds goed, dus hebben we een prachtige trail gelopen: de Perseverance Trail.
Via een steil pad, dat vroeger door de gold diggers uitgehakt is in de bergen, door een regenwoud met prachtige watervallen naar de nog steeds met sneeuw bedekte Silver Basin. Het eindpunt hebben we echter niet bereikt, omdat we steeds verder in de sneeuw wegzakten.
Wel een hele verademing na twee dagen tussen tetterende Amerikanen gezeten te hebben. En goed om de pondjes die er door al dat heerlijke eten bij zijn gekomen, er weer even af te lopen.
Vanmiddag, vanwege het zeikweer, de lunch op het schip genoten. Omdat de meeste passagiers driftig inkopen aan het doen waren, hadden we deze keer zo een tafeltje aan de prachtige panoramaramen te pakken. Tja, zit je daar lekker te smikkelen, zien we ineens twee grote zee otters spelen, en er even later nog één in de baai zwemmen. Niet vervelend toch?!
Vanavond vertrekken we naar Glacier Bay, dat als het weer meezit, het hoogtepunt van de reis moet worden. We varen dan naar 6 van de 18 gletsjers, waarvan zo nu en dan een stuk met donderend geweld afkalft. Met een beetje geluk zien we op de zo ontstane drijvende ijsbergen zeehonden liggen. En als er dan nog een paar walvissen doorheen willen zwemmen……