De rattenvangers van León
De rattenvangers van León
Waarom de busstations in Centraal Amerika altijd zijn gelegen in slechte wijken is voor ons vooralsnog een raadsel. Het station in León is hierop geen uitzondering. Het is een snikhete dag in Nicaragua als we met onze bepakking in de felle zon de bus naar de hoofdstad Managua zoeken. Het busstation is een rij van aaneengeschakelde krotten en kraampjes. Het is er benauwd en vochtig als we ons een weg banen door de drukte. Mannen met blanke hoeden verkopen er rattenvallen. Als we op onze bus wachten druipt het zweet aan alle kanten van ons af. Achteraan de rij staan we onder een golfplatendak in de verstikkende rook van een straatbarbecue met ondefinieerbaar verschroeit vlees. Ratten? Met kokhalsneigingen schuifelen we langzaam richting de bus, weg van de rook en rotte walm van de aangebrande barbecue.
Een week later bezoeken we het eiland Ometepe, gelegen in het Meer van Nicaragua. Het is er sprookjesachtig en dromerig en de tijd lijkt er stil te staan. Het eiland bestaat uit twee aan elkaar gesmolten vulkanen en vanuit de lucht heeft het de vorm van een acht. We logeren in het woud op de flanken van de kleinste vulkaan. Als we ons ’s-avonds klaar maken voor de nacht, schiet er vanuit onze ooghoeken een zwarte vlek uit een gat in het plafond. Het is een rat! We springen op en het beest verdwijnt. Alleen zijn staart kwispelt nog onheilspellend uit het rattengat. We sluiten ons op in de klamboe en doen die nacht geen oog dicht. Buiten klinken de nachtelijke geluiden van de jungle, binnen zijn we gespitst op het rattennest boven ons. Waren de rattenvangers van León nu maar even hier…