Deze roodkraaggors zat brutaal te kijken vanaf een boomstam in de buurt van een lunchplek in het Christoffelpark op Curaçao. Mogelijk is het vogeltje zich er niet van bewust, dat zijn soort ooit de aanleiding vormde voor de hit Tico-Tico met een vrolijke melodie en dansend ritme. Wat is het achterliggende verhaal?
Een roodkraaggors ofwel Tico-Tico, diens Portugees-Braziliaanse naam, inspireerde de Braziliaan Abreu. In een door hem gecomponeerd lied wordt het beestje beschimpt omdat het maismeel steelt. De tekst van het liedje gaat als volgt.
"Die Tico-Tico zit weer aan mijn maismeel.
Hij kan dan wel zingen als een mus of een kanarie, maar hij moet niet aan mijn meel zitten.
Dat ie nou eens gewoon wormen eet.
Ik heb al van alles geprobeerd,
De kat op hem afgestuurd, een val gezet,
Maar die Tico-Tico blijft gewoon mijn maïsmeel opeten.
Kan iemand dat rotbeest alsjeblieft wegjagen?"

De roodkraaggors komt trouwens alleen in Zuid-Amerika voor. En Tico-Tico no fuba betekent de roodkraaggors op het maismeel. Met "roodborstje tikt tegen het raam" kennen wij een variant hierop.