Het dak op met Gaudi
Het dak op met Gaudi
We hadden twee weken hard gewerkt in LA en besloten een week te relaxen in Playa Del Carmen. We boekten een vlucht en een resort en de dag erna bestond ons leven luieren. We trokken van het ene zwembad naar het andere, afgewisseld door het strand en lekker eten en drinken. We lagen in onze hangmat voor de bungalow te blazen op de didgeridoo die we van een leuke Aboriginal hadden gekocht in LA. We maakten al flinke vorderingen op de traditioneel beschilderde eucalyptustak, maar onze buren dachten daar helaas over en vroegen ons vriendelijk ergens anders te oefenen.
Na een dag of drie begon het saai te worden en besloten we dat het tijd werd om het schiereiland te gaan ontdekken. We huurden een auto met chauffeur en trokken eropuit. Gaudi, onze gids was een sympathieke jongen, die heel trots was op zijn land. We bezochten een aantal Maya tempels waaronder die van Chitzen Itsa en we bezochten de bruisende stad Merida. Gaudi nam ons mee naar schitterende verlaten cenottes om te snorkelen. Het klikte tussen ons en we besloten om hem te vragen met ons mee te gaan naar een plek die we tijdens de landing vanuit het vliegtuig hadden gezien. Dichtbegroeide bossen grenzend aan lege stranden. Hij aarzelde, het was niet toegestaan om op die stranden te komen, maar hij vond het ook wel spannend. Hij wilde wel met de jeep over het strand rijden en we spraken af voor de volgende dag, die zou beginnen met een wandeling door de jungle.
We wandelden door dichtbegroeide bossen vol schitterde bloemen en planten. Plots hield Peter stil en zag ik hem wit weg trekken toen hij bijna op een dikke slang trapte. Ik liep gillend weg en Gaudi, onze steun en toeverlaat pakte de slang voorzichtig vast en liet hem rustig gaan. Ik was blij dat ik weer in de jeep zat om via een kronkelige weggetje naar het strand te gaan. Het was paradijselijk, het lag er vol met schelpen zo groot als een voetbal en stukken koraal uit de azuurblauwe zee en ... er was geen mens te bekennen.
En toen gebeurde het. Na een paar honderd meter door het mulle zand liep de auto vast en bleek de vierwielaandrijving het niet te doen. Terwijl wij genoten om de schoonheid om ons heen zagen we dat Gaudi lichtelijk in paniek raakte. We moesten stukken hout gaan zoeken en snel een beetje. Gaudi klom boven op het dak van de jeep. Wat krijgen we nou? Wat gebeurt hier?? Ik was blij dat we die auto uit konden en dat ik dat zalige zachte witte zand aan mijn voeten voelde kriebelen, ik wilde naar de vloedlijn lopen en was stiekem al zo'n mooie schelp voor thuis aan het uitkiezen. Maar Gaudi zat op het dak te jammeren: "oh, I had this never allowed to do. As long as they do not come. Please shoot a bit on with that wood."
We renden om de auto heen en vonden een aantal aangespoelde planken die we met al onze kracht onder de banden probeerden te duwen. Toen we dachten dat het zo wel kon en we in de jeep sprongen, klom Gaudi naar beneden, startte de auto en met een razende vaart vlogen we de jungle weer in, weg mooi strand, weg mooie zee. En Gaudi was stil, heel stil.
Hij zette ons af bij ons hotel. Later die avond werden we door hem en zijn vrienden uitgenodigd en hoorden we het verhaal achter de bizarre gebeurtenis van die middag. Het strand bleek de natuurlijke habitat te zijn van krokodillen en Gaudi was als de dood voor die killers, hij verontschuldigde zich duizend keer voor zijn laffe gedrag en wij konden er toen ook hartelijk lachen om onze stoere gids. We genoten van een BBQ op -een ander- strand met kleurrijke lampionnen, heerlijke vis en gitaren rond een vuurtje. Jammer dat ik de didgeridoo in het hotel had laten liggen.