De ruïnes van Palenque is een van de mooiste archeologische sites. Slechts 15% van de hele Maya stad is nu pas uit de jungle vrijgemaakt. De overige gebouwen, waarvan veel nog niet eens ontdekt zijn, laten ze onder de aarde zitten, voor het nageslacht, omdat ze ook nog geen manier gevonden hebben om ze goed te preserveren.
De meeste tempels en het paleis mogen beklommen worden, wat een fenomenaal uitzicht biedt. We hadden daar een geweldige gids, Ernesto, hij vertelt ontzettend boeiend en legt ook uit waarom de Maya’s de steden ooit verlaten hebben.
De bouwstijl van de Maya’s was zijn tijd ver vooruit. Voor de gebouwen gebruikten ze kalksteen en voor het maken van cement hadden ze veel hout nodig.
Tussen 700 en 900 na Chr. was de hele jungle van het (sub)tropisch regenwoud verdwenen, en wolken die vanuit de oceaan kwamen trokken nu over, i.p.v. leeg te regenen. Door de droogte ontstond voedseltekort en de Maya’s verlieten hun steden en werden krijgers die de bergen in trokken.
Na zo’n 50-60 jaar was de jungle wel weer terug gegroeid, maar de Maya’s keerden nooit weer terug uit angst voor de goden.
Een van de mooiste gebouwen is de Tempel de Inscripties, een grote graftombe van koning Pakal, en er zijn ook nog resten van 6 jonge mensen gevonden begraven op de drempel, waarschijnlijk zijn ze geofferd. Op het terrein is ook nog een museum, waar je o.a. de deksel van de graftombe van koning Pakal kunt zien, en nog heel veel Maya beelden.