's nachts aankomen...
's nachts aankomen...
Tja, motels (of motellen?) . Eigenlijk kende ik ze alleen van Amerikaanse films. Plekken waar de meest vreemde dingen gebeuren. Als er geen moorden plaatsvinden, zijn het schuilplaatsen voor criminelen. Anders huisvest het gemiddelde motel minimaal één redelijk ontspoord persoon. Met of zonder gijzelaar vastgebonden op het bed, bergen coke en liters alcohol.
Je begrijpt het,in onze ogen, niet echt de ideale plek voor een gezellige overnachting. Althans als je het gemiddelde Hollywoord scenario als uitgangspunt neemt. We stonden dan ook niet te juichen van plezier toen onze bus, met uren vertraging, om 00:30 ’s nachts het eindpunt bereikte: Guerrero Negro. Een stadje in het midden van Baja Calafornia, Mexico, dat zijn bestaansrecht ontleend aan het feit dat je ‘up-and-close’ kunt komen met grote aantallen grijze walvissen. Zonder deze walvissen zou Guerrero Negro een vergeten plek aan de highway in the middle of nowhere zijn. Zo zag het er in ieder geval uit. Zo in het donker aan de rand van de verlaten snelweg, met een motel als enige zichtbare plek om te slapen in de buurt.
Inderdaad, dit was niet Amerika. Maar het feit dat we voor vertrek nog snel even de video van ‘Desperado’ hadden gehuurd, maakte het er niet veel beter op. De weinige mensen die ons in het donker passeerden droegen allemaal de, zo herkenbare, grote zwarte snor en grote cowboyhoed. Precies zoals in ‘Desperado’………
Maar we hebben geen keus. Het is laat en we zijn moe. En geen zin om uitgebreid op zoek te gaan naar iets anders. We lopen de receptie binnen. Meteen slaat de twijfel toe. Zullen we dit nu wel doen? De balie is afgesloten met tralies. Niet echt goed voor het humeur als je het samen net hebt gehad over motels in films….. en ‘Desperado. ’ Achter de tralies zit een vrolijke Mexicaan. Lachend wenkt hij ons naderbij. Dat scheelt. Onze stemming stijgt weer een beetje. We nemen een van de beschikbare kamers. Die stelt niet veel voor. Een bed, een koude douche, een klein raampje met uitzicht op de verlaten snelweg en vooral dunnen muren. We horen letterlijk wat de buren elkaar te vertellen hebben (alleen begrijpen we het niet echt omdat het in razendsnel Spaans is). We besluiten dat dit voor één nacht is.
We realiseren ons opeens dat we best iets kunnen eten. Onderweg hebben alleen maar droge koekjes gegeten. Dus toch weer naar buiten. Terug naar de snelweg en de donkere nacht. Maar wat te doen met onze spullen? Als de muren zo dun zijn…… en de deur ziet er ook niet zo stevig uit. Nu de nacht in, in dit Desperado-stadje, met al onze pinpassen, creditcards, cash en paspoorten? Geen goed idee.
We besluiten om onze spulletjes vakkundig in veiligheid te brengen met behulp van een groot slot en een stuk ijzerdraad. We proppen alles in een kast en wikkelen het ijzerdraad er om heen. Vervolgens zetten we het vast met een slot. Destijds gaf het ons een veilig genoeg. Als we er aan terugdenken, best een beetje dom.
We hebben niet veel keus. In Guerrero Negro is het of linksaf of rechtsaf. Het stadje bestaat uit een lange rechte snelweg met links en rechts wat huizen en af en toe een zijstraatje. Dus gewoon rechtsaf het motel uit en dan langs de weg blijven lopen totdat we een taco-kar zien. Niet helemaal op ons gemak lopen we langs de snelweg in de richting van de lichtjes in de verte. Af en toe rijdt een pick-up ons voorbij. Meestal zonder licht en met hoge snelheid. Verder is het stil. Een beetje beklemmend stil. We zeggen niet veel. Ik denk dat we allebei stukjes film van ‘Desperado’ in onze gedachten voorbij zien komen. Gelukkig is de taco-stand niet erg ver weg. We horen de Mariachi muziek al en zien nu ook wat mensen lopen. Dat voelt al wat beter. Met enige moeite (ons Spaans is nog niet helemaal perfect) bestellen we een paar taco’s en wat koude biertjes. Op plastic stoeltjes eten en drinken we alles op. Misschien valt het allemaal wel mee! De andere gasten, de meeste zijn Mexicaanse mannen met snor en hoed, lachen ons vrolijk toe en vragen ons of we de’ ballenas’ gaan zoeken. Ook zij weten dat de walvissen de enige reden van een bezoekje aan dit stadje is.
Taco’s en bier zijn op. Dus terug de nacht in. Terug naar ons motel. En waar we op het terras alle ‘spookbeelden’ waren vergeten, komen ze nu weer langzaam terug. Het is stil en donker. Het enige bewegende in de buurt zijn de schooiende gieren langs de snelweg.
Het dreigende spanning opbouwend muziekje speelt alleen in onze gedachten, maar verder klopt alles. We lopen zo de set van een spannende thriller op. Een schaduw komt op ons af lopen. We schrikken even. In het zwakke schijnsel van een paar koplampen verandert de schaduw in een zwerfhond. We halen opgelucht adem. Maar dat is voor eventjes. De hond steekt plotseling de weg over. Recht voor de aanstormende pick-up truck. Een doffe klap volgt. De pick-up komt los van het asfalt, maar rijdt door. En direct is de stilte terug. We twijfelen. Wat te doen? Eigenlijk kunnen we niks, dus lopen we snel terug richting ons hotel. Het ongemakkelijke gevoel is weer terug. De lach van onze receptionist kan dat niet veranderen. We hebben een onrustige nacht.
Binnenvallende zonnestralen maken een eind aan onze vreemde nacht. De sfeer van gisteravond en de dunne muren bleken niet bevorderlijk voor de onze nachtrust. Ik open de gordijnen. De zon lacht me toe. Ik zie een mooie blauwe lucht en een vriendelijk uitziend stadje lachen me toe. In niets doet het denken aan de afgelopen nacht. Dan valt mijn blik op een 2 vrolijk lachende walvis. Het uithangbord van Las Ballenas….een gezellig uitziend klein pensionnetje. Op ongeveer 100 meter afstand.
Tijd om uit te checken………