Havana
De Cubaanse soldaat weende
´Ben jij écht van Angola´, vroeg de Cubaanse bewaker, Carlos, aan mijn vriendin. ´Ja, antwoorde ze in haar perfecte Spaans´. Hij keek even weg. Hij leek zijn tranen niet te kunnen bedwingen. Hij was daar in de jaren zeventig geweest als soldaat. Om de Cubaanse revolutie verder te brengen. Hij laat een litteken aan zijn been zien. Die had hij daar opgelopen en hij mocht blij zijn dat hij zijn been nog had. Bijeernstige wonden werd in die tijd al snel geamputeerd. Maar dat emotioneerde hem minder.
In die tijd is hij verliefd geworden op een Angolese, van wie hij ook een dochter heeft. Alleen heeft hij die nooit gezien. Hij kijkt weer weg. Zijn stoere trekken worden zacht. Hij kan even niet praten. Hij kijkt ook even naar Marcia. Soms is de wens sterker dan de realiteit. Zou zij?... Zou zij zijn dochter kunnen zijn. Ook midden dertig, Mulate... Maar nee, mijn vriendin had een Portugese vader en is ook in Portugal opgegroeid. Een ander verhaal.
Misschien kunnen we wat voor hem betekenen. Want mogelijk gaan we volgend jaar naar Angola. Een mogelijkheid die Carlos nooit heeft gehad en ook niet gauw zal krijgen. Vermist Internationaal... Aankomende zondag zijn we uitgenodigd bij Carlos en zijn Cubaanse vrouw. Die alles weet. En net zo weinig als Carlos. Niet de naam van de dochter. Allen de voornaam van haar moeder, haar leeftijd en de wijk waar de moeder 35 jaar geleden woonde...