San Jose
Dag 1 Amsterdam - San Jose
Alsof onze hogere macht vanuit zijn comfortabele hemelfatteuil ons vliegtuig aan een jojotouwtje heeft. Hij speelt als een onervaren jojo-er. Ongecontroleerd en wild. Ruw omhoog en omlaag. Of de piloot is een beginnende stagiaire met in zijn ene hand de stuurknuppel en in zijn andere hand een fles jongeklare. Om zijn hoogtevrees te bedwingen. Of nog erger; zijn vliegangst.
Ik ben niet zo n held in de lucht. Integendeel. Als mijn voorbuurman zijn vliegstoel in de ligstand zet voel ik het vliegtuig heftig schudden. Dat zit in mijn hoofd. Dan schiet mijn blik ogenblikkelijk naar de stewardessen. Als zij niet uiterst rustig en glimlachend hun werk doen, denk ik doorgaans dat mijn laatste uur getikt heeft. Hoog boven het wolkendek kijk ik dan tevreden terug op een mooi maar veel tekort leven. Soms loop ik eigenhandig naar de cockpit en vraag ik vriendelijk doch dwingend aan meneer de piloot of het niet verstandiger is als ik het toestel dit keer zelf aan de grond zet..
Maar..ik ben er! Alive and kicking. Al kick ik weinig en staar ik verveeld voor me uit. Ik wacht. Mijn blik valt op een eveneens verveelde mede-kaaskop van bovengemiddelde leeftijd met retrobril tegenover me in de wachtruimte. Iedereen pielt hier doelloos op laptops, iphones, ipads en andere aparaten waarvan ik de naam niet ken. De man ook.
Houston. Texas. Nog 3 uur wachten en dan vliegt een hopelijk nuchtere en ervaren piloot ons in een rechte, horizontale lijn naar San Jose. Waarom kwel ik mezelf toch bijna jaarlijks met dit soort troosteloze reisdagen? De vraag is retorisch. Het antwoord voorspelbaar. Costa Rica is dit keer het doel. Verstand op nul en hopen dat de dag van morgen zo snel mogelijk aanbreekt.
De medelander op leeftijd tegenover me klapt zijn laptop dicht, staat op, hijst zijn broek over zijn donkere weggezakte navel en sjort zijn riem krachtig aan. Dat doet zijn lome lichaam heftig schudden van links naar rechts. Zijn kwabben schudden vrolijk met hem mee. Ook zijn navel weet nu wat turbulentie is, denk ik. Plassen moet ie. Heb ik toch nog een binnenpretje..