Guanacaste
De tropische pracht van Costa Rica
In de stromende regen verlaten we La Fortuna, op weg naar de provincie Guanacaste, het meest noordwestelijke deel van het land. Over het algemeen droog, zonnig en heet. Ook vandaag blijkt dat zo te zijn. De verandering van miezerig regenachtig weer naar de hitte voltrekt zich tijdens onze tocht in luttele minuten. Eerst rijden we nog door het woud rondom het stuwmeer van Arenal. Dit stuwmeer is overigens een van de beste plaatsen ter wereld om te surfen.
Het bos is een waar sprookjesbos. De bedenker van de Droomvlucht in de Efteling heeft iets bedacht dat nergens ter wereld kan bestaan, zo dachten wij lange tijd. Hier in Costa Rcia blijkt het dan toch te bestaan. Het is hier zo adembenemend mooi, dat we nauwelijks geloven dat het echt is. Overigens zullen we in de gebieden waar nevelwouden voorkomen nog veel meer van dit soort Lord of the Ring-achtige landschappen zien. De film had evengoed hier in plaats van in Nieuw-Zeeland opgenomen kunnen worden. Het is imponerend: waar iets kan groeien, groeit ook iets. Zelfs op dood hout groeien weer nieuwe planten en bomen. Zoveel verscheidenheid in planten en bomen hebben we nog nooit eerder gezien!
Inmiddels maken onze medepassagiers zich drukker over de vele gaten in de weg, en inderdaad, als we weer tot de werkelijkheid komen merken we dat het wegdek wel erg slecht is hier. Weliswaar probeert de overheid de gaten te repareren, maar dit wordt met zulk inferieur materiaal (goedkoop, gekocht in Mexico) gedaan, dat korte tijd na reparatie dezelfde gaten weer in de weg vallen. De bus, een goede coaster, rijdt dan ook gemiddeld niet sneller dan 20 km per uur. Het geeft ons de mogelijkheid om nog langer van het fascinerende landschap te genieten. Jimmy, onze chauffeur, rijdt uitstekend. We rijden om het stuwmeer heen, in 1970 aangelegd. Er is een dorp verdwenen in het meer en er wordt beweerd dat heel soms het topje van de kerktoren nog te zien is. We spotten een gifkikker, zo ongeveer het symbool van Costa Rica.
Na het stuwmeer dalen we af. We komen nu in laagland, een veeteeltgebied. De overgang is abrupt. Het is ineens bloedheet. In de stad Liberia (nou ja, stad, het is er niet aan af te zien dat hier 30.000 mensen wonen) pinnen we en lunchen we in een modern restaurant. Die zie je hier overal wel, het eten is bovendien zonder uitzondering voortreffelijk! De relatief goede levensstandaard valt op in Costa Rica: goede restaurants en grote goed voorziene supermarkten.
We gaan na Liberia al snel weer een weg (pad is een betere benaming) op, die meer dan 1500 meter klimt. We geven een lift aan enkele schoolmeisjes, die daar erg blij mee zijn. Ze moeten iedere dag 10 kilometer lopend de berg af en ook weer op. Boven gekomen arriveren we op onze volgende bestemming: de hacienda Buena Vista Lodge, in het natuurpark Rincon de la Vieja. Het is hier erg fraai, in the middle of nowhere. Overal om je heen natuur. Je kunt hier wandelen, paardrijden en heerlijk tot rust komen. We wandelen het bos in. Een oorverdovend lawaai boven ons: de papegaaien. ’s Avonds zitten we voor onze lodge, het is nog geen 5 meter naar het pad, dat de jungle ingaat. Overal hoor je geluiden, je weet niet wat en waar het is. De brulapen laten luid en duidelijk merken dat we in hun territorium zitten. Een gelukzalig gevoel neemt bezit van ons. Dat zoiets bestaat!
We staan de volgende dag vroeg op, tegen zes uur. We wandelen de jungle in. Eerst is het pad nog eenvoudig begaanbaar, maar al snel klimt het pad en moet er regelmatig over bomen en struiken geklommen worden. Het pad wordt smaller en smaller, en de diepte naast ons steiler. Net als we denken dat we helemaal verkeerd zitten, zien we een heerlijk frisse waterval. Boven ons horen we allerelei geluiden, de dieren van het bos. We zijn helemaal alleen, niemand tegen gekomen. Je voelt je hier helemaal alleen met de natuur. Het is warm en van de tocht zijn we behoorlijk gaan transpireren. We hebben zin in een frisse duik, maar we hebben geen badkleding bij ons. Een duik zonder kleren kan heel goed, je ziet geen sterveling. Alleen omdat we niet weten welke dieren we in het water kunnen tegenkomen zien we er van af.
We lopen terug. Als we door het gebied van de brulapen lopen horen we een oorverdovend gebrul. Zodra we zijn gepasseerd wordt het weer stil. Hetzelfde geldt voor de Amazonepapegaaien. We zijn om 10 uur terug en nemen een welverdiende duik in het zwembad. De zon breekt door en hoewel we erg voorzichtig zijn met de zon (langer dan een half uur in de zon is niet aan te raden) verbranden we toch nog licht.
Na de lunch op naar de volgende activiteit. De Hot Springs, de modderbaden. Wij besluiten er heen te gaan lopen met twee lokale gidsen. Het is geen gemakkelijke wandeling, de gidsen nemen geen prachtig gebaande paden, maar gaan door de dichtbegroeide jungle. Hier ervaar je de jungle pas echt. We spotten een prachtige toekan, knalgeel met een rode punt op de staart, een giftige spin in haar nest en een enorme mierenhoop, waar we maar snel aan voorbij lopen.
Erg warm en bezweet komen we uiteindelijk aan bij de baden, die erg mooi liggen midden in de jungle, en we zijn blij om het (warme) water in te kunnen. We smeren ons in met modder, laten het opdrogen en spoelen het na enige tijd weer af. Een aardige ervaring. We worden gelukkig comfortabel door een pick-up weer teruggebracht naar onze lodge. ’s Avonds zien we de mooiste zonsondergang die we ooit hebben gezien. Per seconde verschiet de kleur van de lucht van rood naar nog roder naar wel-heel-erg-rood.