Costa Rica
San Gerardo de Dota. Ondanks regen.
Duizend dromme regendruppels drup'len dagelijks naar benee.
Duizend zilte regentranen treurig druppend in de zee.
Tikke-takke op de tapik, tikke-takke op de tent.
Plakkig klam in Costa Rica, land dat nauw'lijks regen kent.
Land van fabelachtig fauna, land van fabuleuze zee.
Waar oeroude nevelwouden naast waar boer gewas verbouwt.
Waar koffiebonen en de bomen vol bananen boeren lonen.
Waar de luiaards liever lui zijn en de kwakers kerm en gif.
"Costa Rica", zeg ik ferm "Laat me nooit te nimmer koud."
"Pura Vida!" galm ik grif.
Duizend helse regendruppels hooglijk hunk'rend naar die beek.
Duizend bleke regentranen, beek nog ruiger dan ie leek.
Wildwoest stortend door het bergdal,
wildwoest vleiend door 't woud.
Onbevreesd en onbedwingbaar, dwingend krachtig, koel en koud
baant dit waterrijk Walhalla zich een baantje naar de kreek.
Ondanks duizend regendruppels, doe dit droomland niet te niet!
Ondanks duizend regentranen word je week van wat je ziet.
Zeeschildpadden op de stranden en een quetzal in haar pracht,
slingerapen op de takken, wasbeer was hier onverwacht.
Kruipt een boa door het bosrijk, tjielpt een toekan trots haar lied.
Waar oeroude nevelwouden naast waar boer gewas verbouwt.
Waar koffiebonen en de bomen vol bananen boeren lonen.
Waar vulkanen wrang en wreed zijn en de aardkorst krast en kraakt.
"Costa Rica", zeg ik vast "Costa Rica land van goud,
Costa Rica is volmaakt!"