Victoria
The call of the wild, kamperen in Canade, Vancouver Island, Victoria
The call of the wild, Victoria
Via de ferry zijn we naar Vancouver Island gevaren, de overtocht duurde ongeveer 1,5 uur en onderweg heeft Frank 3 zeehonden gezien terwijl ik op de wc zat, verdurie! Met een half uur reden we de stad Victoria binnen. Deze stad heeft duidelijk meer allure dan Vancouver. De upper class kan zich hier tussen de victoriaanse huizen prima thuis voelen. Engelse hightea wordt hier overal aangeboden en ook hier komen de gasten letterlijk met het watervliegtuig invliegen. Dit weekend is er zelfs een festival voor bmx bikers, onder het genot van een hele foute dj werd er op de pier van de jachthaven een schans gezet waar deze jongens hun tricks op konden vertonen. Frank en ik kwamen er wel achter dat de smaak van de bakvissen hier voor de muziek echt heel erg belabberd was. Of we worden te oud,dat kan natuurlijk ook. Verder zijn er veel winkels, maar de huurprijzen zijn de afgelopen jaren zo enorm gestegen dat ook vele ondernemers het hoofd niet boven water konden houden, want vele panden staan leeg.
We gaan naar de camping net buiten de stad bij Thetis Lake, de eigenaar blijkt een Duitser die hier 37 jaar geleden is gekomen en samen met zijn moeder deze camping beheert. We zoeken een plekje uit op de camping en bij het indraaien van de auto zien we voor ons een hert in de bosjes opduiken. We blijven hier, en zetten de tent op. We lopen nog een rondje langs het meer en duiken vroeg onze mummieslaap zakjes in. Rond 5 uur worden we wakker voor een plaspauze maar de wandeling naar de toiletten blijkt een extreem koude onderneming. We vermoeden dat de temperatuur is gedaald naar 5 graden, en we weten niet hoe gauw we weer de slaapzak in moeten kruipen.
We slapen uit tot 7 uur en vinden het allebei stervenskoud, wat bij mij spontane "gilles de latourette" oproept en besluit me pyjama aan te houden onder mijn kleding en met handschoenen te ontbijten, Jezus wat was het koud. Maar terwijl we zitten krijgen we bezoek van 3 herten die ons goed bekeken. Waarschijnlijk kwamen ze er ook achter dat we, zelf met het Rambo mes van Frank, geen bedreiging vormden en gingen gewoon verder met hun ontdekkingstocht op de camping. Zodat we van deze mooie beelden konden genieten tijdens het ontbijt.
We pakken de boel in en trekken richting het noorden, een rit van ongeveer 380 kilometer waar we door de vele stops, de hele dag over gaan doen. In Duncan gaan we aan de kant voor koffie, de koffie verslaving is ook hier op volle espressosterkte, want het sap van satan is overal verkrijgbaar. Tevens staan hier de meeste totempalen verspreid over de straten van deze nederzetting. Er blijkt een zaterdag markt te zijn inclusief Hawaï band en plaatselijke kunstenaars en zelf gemaakte koopwaar, ooit gehoord van geitenmelkzeep?
Verderop komen we bij de plaats Coombs een hoop activiteit tegen, op de rem maar weer. Een bijzonder optreden van shane philip, die op zijn zelf gemaakte didgeridoo speelt en zichzelf daarbij ook nog begeleid met gitaar en met zijn voeten de drums doet. Een vrolijk klinkend geheel waar we van kunnen genieten.
Nog 100 kilometer voor onze bestemming Tofino stuiten we op een rivier waar het water kolkt naast de weg, reden genoeg om even te kijken. Het uitzicht is geweldig, de rivier en het woud wordt omgeven door de bergen met besneeuwde toppen. Terwijl in het dal inmiddels 20 graden maar toch vrees ik voor wederom een koude nacht.
Tofino staat bekend om zijn stranden en surfers, maar ook het nationale park heeft een ander klimaat en bestaat uit regenwoud, morgen duiken we daar maar eens in. Misschien pakken we de boot op zoek naar walvissen, of zien we onze eerste beer, want bij de receptie staat een bord dat ze gezien zijn in de buurt, spannend !!!!