Noord Belize
"AU, ik ben gebeten.."
Schoenen, je hebt ze in alle soorten en maten, voor elke gelegenheid is er wel een passende schoen te vinden. Berg-, boot-, fiets-, gezondheids-, veiligheids, sport- en wandelschoenen, legerkisten en naaldhakken. En dan heb je nog natuurlijk de teenslipper, een echte aanrader voor in de jungle, om je tere voetjes te beschermen tegen al wat kruipt, sluipt en krioelt..
We zitten in Lamanai een schitterend gebied tussen mangrovebossen, wetlands en jungle. Rond half 9 ’s-avonds zijn we terug in onze Cabana van een mooie boottocht. De sterrenhemel die avond is zo fantastisch dat Rob oppert om nog even hiervan te gaan genieten op het waterplatform. Enkele tientallen meters lopen vanuit onze cabana. De deur op slot draaiende roep ik hem nog na dat ik eigenlijk verkeerde schoenen aan heb. Mijn beschermende stappers had ik al uitgedaan. Maar ach wat kan er op die paar meters nu gebeuren. Het is donker en de paadjes zijn op een enkel klein zonnelampje na niet verlicht.
Na een twintigtal flipflop teenslipperpassen hoor ik mezelf roepen “AU, ik ben gebeten” en au wat doet dat pijn. Wetende dat we in een gebied zitten, waar vanalles rondkruipt, proberen mijn ogen direct het pad te onderzoeken. Onder een schijnseltje licht zie ik nog iets spinachtigs wegschieten. Dan is mijn kleine teen aan de beurt en tot mijn schrik is deze aan het bloeden. We haasten ons naar het restaurant waar een ober redelijk snel begint te lopen om een gids te zoeken die er verstand van heeft. We zitten nogal ver van de bewoonde wereld en in gedachte zie ik mezelf al op apegapen in een bootje liggen onderweg naar een ziekenhuis.
Nadat het bloed voorzichtig door een in mijn ogen paniekerig ogende gids is weggeveegd, roept hij meteen opgelucht: “Your allright, you have got 2 stripes”.
2 streepjes, geweldige diagnose maar, “what do you mean”. Als je 2 gaatjes had gehad was het erger geweest, zegt hij met een glimlach. “Dus ik ga niet dood” vraag ik hem met een verwrongen glimlach. “No, you are not going to die”. Ontsmetten is alles wat nodig is. Yippie wat een opluchting!
Een soldaat van de leafcutterants die zijn kolonie verdedigde tegen inkomend slippergevaar was de dader. Deze parasolmieren heb je in allerlei maten, maar de soldaten dat zijn joekels, bijten met hun kaken en laten een wond van 2 streepjes achter van zo’n halve centimeter. Terug op weg naar onze cabana zien we dat het op het pad krioelt van deze mieren. In het huisje hou ik onder het genot van een nog nooit zo lekker gesmaakt kopje koffie, toch maar even mijn voet in de gaten.