Albatrossen vliegen heel mooi op de thermiek. Met hun grote vleugels. Opstijgen is echetr een heel ander ding. Waggelend en rennend slaan ze hun vleugels uit om, de wind te vangen, en op te stijgen. Het lijken net een olifant in de porselijnkast. Koddig om te zien.

De vogel kan honderden kilometers zwevend afleggen zonder één vleugelslag. Hierdoor kost het hem zelf weinig energie en is een albatros in staat de wereld rond te vliegen in slechts 46 dagen. Daarbij worden vaak snelheden van boven de honderd kilometer per uur bereikt.

Albatrossen verplaatsen zich in lange golfbewegingen waarbij ze opstijgen door wind te vangen in hun vleugels en dalen af door gebruik te maken van de zwaartekracht. De wind speelt dus een belangrijke rol in het leven van de vogel.