Zo spot je de Big Five (en ander wild) in Afrika buiten de gebaande paden
Het staat hoog bovenaan de bucketlist van menig reiziger: een safarireis. De Big Five spotten is het summum van een geslaagde safari, maar een wandeling tussen zebra's of giraffen doet er weinig aan onder. Grote wildparken als de Serengeti en Kruger trekken jaarlijks duizenden reizigers, maar op het enorme Afrikaanse continent liggen nog grote lappen onontdekte natuur liggen te wachten op verkenning - óók op de geijkte bestemmingen. Hier wil je wezen!
1. Op zoek naar de Big Five in Tanzania
Wie Tanzania zegt, zegt Great Migration. De jaarlijkse migratie van de gnoes, en met name hun rivieroversteken, is een safari-highlight. Toch zijn er genoeg redenen om júíst de migratie te missen. Als je deze overslaat, dan mis je ook de twintig, vijftig, soms wel tweehonderd andere safariwagens om je heen. Bezoek in de Serengeti liever de rustigere gebieden buiten het migratie- en hoogseizoen. Omdat je een van de weinige bezoekers bent, krijg je alle aandacht van het safaripersoneel en kun je het programma vaak naar je hand zetten. Ook de Ngorongoro-krater bezoek je idealiter buiten het hoogseizoen. Beperk je dan echter niet tot alleen tot de krater, maar bezoek ook het minder bezochte gebied eromheen, de Ngorongoro Conservation Area (NCA). Hier liggen nog authentieke Masaidorpen die je kunt bezoeken. Het geweldige landschap van glooiende hooglanden met meerdere vulkaankraters kun je beklimmen, en in het geval van de Omoto-krater kun je er zelfs doorheen hiken.
2. Op zoek naar de Big Five in Zimbabwe
Als bezoeker aan Zimbabwe tref je een bijzonder divers landschap aan, van graslanden en moerassen tot meren en baobabs zo ver als het oog reikt. Er loopt veel wild rond, waaronder de Big Five, maar je kunt ook helemaal opgaan in het fantastische landschap zonder enige behoefte te voelen per se wilde dieren te zien. Hoogtepunt zijn de parken Malilangwe en Gonarezhou (‘Plek van de Olifanten’) in het zuidoosten. Laatstgenoemde is een ongebaand pad ter grootte van Gelderland. Drie rivieren doorkruisen het gebied, dat deel uitmaakt van het Great Limpopo Transfrontier Park, waar ook het Krugerpark in Zuid-Afrika toe behoort. De beste manier om het natuurschoon te ervaren is door er te kamperen. Ook kun je de afweging maken om op safari te gaan in het regenseizoen.
3. Op zoek naar de Big Five in Kenia
Op het Laikipia-plateau, een afgelegen natuurgebied in Centraal-Kenia, zit je altijd op de eerste rang om wildlife te bewonderen. In de savanne en acaciabossen tussen Mount Kenya en de rand van de Grote Riftvallei komen naast de Big Five ook grote groepen zebra’s, giraffes en wilde honden voor. In het koloniale tijdperk was het gebied nog één grote ranch – veehouders maakten korte metten met wilde dieren. De gezamenlijke inspanningen van boeren en de lokale Masai en Samburu om het wildlife te beschermen, hebben het tij weten te keren. Ondanks de rijke flora en fauna is Laikipia nog niet ontdekt door het massatoerisme.
4. Op wandelsafari in Limpopo, Zuid-Afrika
Verreweg het populairste vervoermiddel voor een safari is een safariwagen, waar je op veilige hoogte zit - maar er is een andere, directere manier om wild zoals leeuwen, buffels, luipaarden en olifanten te ervaren: te voet. Langere wandelsafari’s zijn zelfs dé nieuwe trend. We zetten het op een lopen in drie wildgebieden in de ondergewaardeerde Zuid-Afrikaanse provincie Limpopo. Zo is het kleine en onontdekte Mapungubwe een aanrader. Sterker nog: het zou een top 10-bestemming in Zuid-Afrika moeten zijn! Het landschap is uitzonderlijk mooi, met enorme rode rotspartijen en veel baobabs. Je maakt er kans op het spotten van de Big Five, behalve buffels. Privéreservaat Marataba ligt in NP Marakele. Dit park is perfect voor wandelsafari’s door kloven en langs rivieren. Leshiba, ten slotte, is een hoogvlakte in de Soutpansbergen. Het landschap is er beeldschoon en glooiend, met onder andere giraffes, witte neushoorns, zebra’s, impala’s en wildebeesten. Kortom: dé plek voor een wandelsafari (zonder gids). Het wild is immers gemakkelijk benaderbaar.
5. Op zoek naar de lemuur in Madagaskar
Tot een aantal jaar geleden mochten alleen biologen Sainte Luce betreden. Maar sinds het najaar van 2014 is het reservaat, in het afgelegen zuidoosten van Madagaskar, ook voor avontuurlijke reizigers toegankelijk. Het gaat om een van de laatste ongerepte kustbossen van het eiland, dat aan de ene kant wordt begrensd door witte zandstranden en aan de andere door kronkelende rivieren. Daartussen schuilen lemuren, zeeschildpadden en een groot aantal vogel- en reptielsoorten. De nacht breng je door op een eenvoudige minicamping. Je kunt ook langer blijven door als vrijwilliger aan het behoud van het reservaat mee te werken.
Volg Columbus Travel op Facebook en/of Instagram en meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief.