De Amerikaanse bizon is het grootste landdier van Noord-Amerika. Ooit waren er miljoenen bizons, die vrij over de prairies trokken.
Op het einde van de 19de en begin van de 20ste eeuw werden ze massaal afgeslacht voor hun vacht en vlees, maar ook voor de sport en om de indianen het leven moeilijk te maken.

De bizon werd geherintroduceerd in Yellowstone National Park, maar de populatie is nog lang niet wat het vroeger was.
Er staat echter beschreven dat de populatie bizons in Yellowstone tot 3000 wordt beperkt, wat betekent dat honderden tot duizenden dieren kunnen worden afgemaakt. Sommige bizons worden beschoten zodra ze de bescherming van het nationale park verlaten. Andere worden in kleine hokken gedreven en geslacht. Een aantal bizons zal worden verplaatst. Vorige winter was gepland om er 1250 te doden.

De bizons worden afgemaakt, omdat er angst heerst onder boeren dat de dieren de ziekte ‘brucellose’ bij zich dragen, een infectieziekte bij zoogdieren.
De Yellowstone buffalo ontwikkelde echter een natuurlijke immuniteit tegen deze ziekte. De dieren in het nationale park lijden vrijwel nooit aan de besmettelijke ziekte.

Best even vergroten.