Arizona

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Arizona image

Arizona

Arizona
Verenigde Staten
Jdevaan

Lee’s Ferry en de Coal Mine Canyon (een verborgen juweeltje)


In 2004 waren we hier voor het eerst, ik had deze plek ontdekt door foto’s die ik vond op één van mijn vele voorpretuurtjes op het internet. Ik kwam prachtige foto’s tegen van dit gebied en dus ben ik gaan speuren naar de locatiegegevens.
Destijds hadden we het rijk al niet voor ons alleen, maar waren we wel één van de weinigen die het aandurfden om het supersteile gravelpaadje naar beneden te lopen om de Canyon van onderaf te verkennen. Het was geweldig. Een ontzettend kleurrijke Canyon met hoodoos verwelkomde ons.
Een sprookjeswereld in steenrood, spierwit, okergeel, intens staalblauw en zalmroze.

De Canyon is ca. drie mijl lang en aan het einde zie je een mooie rode monoliet staan in een weidsere vlakte, ook wel ‘The Ghost’ genoemd. Zover waren we echter niet gekomen. Door alle kleine zijuitstapjes, fotostops en de moordende hitte van rond de veertig graden zijn we toen na ongeveer een mijl al omgekeerd.
De Canyon heeft echter zoveel indruk achter gelaten dat ik hem dit jaar graag, nu we “in de buurt” zijn (110 km enkele reis), nog een keer wil gaan bekijken. Dus maken we er vanuit Page een dagtochtje van. Deze keer willen we ook de achterkant en de ernaast gelegen canyon zien.

Vanuit Page hebben we eerst een bezoek gebracht aan Lee’s Ferry. Hemelsbreed ligt dit oude, door mormonen gestichte nederzettinkje, 16 mijl van Page. Met de auto rijdt je er echter in 45 mijl naartoe.
Deze plek waar de Colorado op zijn smalst en ondiep is, was ontdekt door de Mormoonse Missionaris Jacom Hamblin tijdens zijn trips naar de Hopi en Navajo indianen. In opdracht van The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints bouwde de Mormoonse pionier John D. Lee hier de Ferry in 1871.
Omdat Lee nogal veel reisde, en later ook probeerde te ontkomen aan strafvervolging voor zijn aandeel in de ‘Mountain Meadows Massacre’ werd de ferry met name gerund door zijn vrouw Emma Lee. Lee werd uiteindelijk toch opgepakt en op 23 maart 1877 door een vuurpeloton geëxecuteerd.
Emma Lee verkocht de ferry in 1879 voor 100 melkkoeien aan de kerk, die tot 1910 de overtochten verzorgden. Uiteindelijk werd de ferry in 1928 gesloten, toen 7 km verderop de Navajo Bridge werd voltooid. Maar tot die tijd was het de enige plek tussen Moab in Utah en Needles in Californie, waar je de machtige Colorado rivier over kon steken.

In deze omgeving werd in die tijd goudstof gevonden. Om het winnen van goud te vergemakkelijken heeft men zelfs stoomboilers hier naartoe gebracht. Het goud was echter veel te fijn, waardoor het door de mazen van de zeef heen viel. Daardoor werd het geen bloeiende goudindustrie, maar de Ferry heeft de kleine gemeenschap geen windeieren gelegd.
Je kunt hier nog een aantal huizen en ‘het fort’ zien die hier sinds 1874 gebouwd zijn. Verder liggen hier nog twee stoomboilers en de restanten van een stoomboot, die hier in 1913 door een mijnbouwmaatschappij achter gelaten zijn.

Nu is het dé plek waar de meerdaagse Colorado raft-tochten beginnen en waar de 16 mijl lange raft vanuit Page eindigt. Een oase van rust, waar enkele vliegvissers staan weg te dromen in het water en een Collared Lizard nog niet hard wegrent als ie een toerist ziet.
Terug naar Highway 89 loont het de moeite om even te stoppen bij de enorme balancerende rotsblokken van Marble Canyon en de Navajo Bridge, de eerste brug over de Colorado, die echter snel niet opgewassen bleek voor al het verkeer dat wilde oversteken. Men heeft er een stevigere brug naast gebouwd die de groeiende verkeerststroom wel aan kan.

Onderweg naar de Coal Mine Canyon rijd je door Navajo land. Op verschillende plaatsen van de weg zie je stalletjes waar ze hun sieraden, potten en weefwerken verkopen.
De Canyon ligt een kleine 20 mijl van Tuba City. Het landschap is daar bijna saai te noemen, je rijdt door kilometers vlakke prairie. Het laatste wat je hier verwacht is zo’n prachtige, kleurrijke Canyon. Misschien dat dat de reden is dat hier nog geen 5000 mensen per jaar komen.
Natuurlijk doen wij nu eerst de voor ons onbekende achterkant. Deze blijkt ook heel anders van kleur te zijn dan de voorkant. Op de dirt road die je daarvoor berijdt ga je tussen twee canyons door. Aan de linkerkant de Coal Mine Canyon en aan de rechterkant heb je de Ha Ho No Geh Canyon.
De Navajo indianen gaven Coal Mine Canyon de naam Honoo Jί, wat ‘zaagtandvormig’, ‘met scherpe kartelranden’ betekent.
Als je aan de achterkant van de Canyon staat, begrijp je ook meteen waarom. Het is alsof de grond nog maar kort geleden opengescheurd is. Dunne scherpe kartelranden die ver oversteken, omzomen de canyondiepten waarin prachtige hoodoo’s staan.

Het is onbeschrijflijk mooi en wat ook fantastisch is, is dat we totaal niemand tegengekomen zijn, terwijl we toch enkele uurtjes hier hebben doorgebracht. Wat een verademing na de parken waar we zowat in file reden en liepen om de bezienswaardigheden te zien. Als je je adem inhoud, hoor je hier de oorverdovende stilte. Wat een geweldige ervaring.

Wat Coal Mine Canyon zo speciaal maakt, zijn de kleuren: de heldere rode, bruine, witte, grijze en zelfs blauwe tinten zorgen voor een geweldig schouwspel. Helemaal bovenin de Canyon zie je soms een gitzwarte laag, dat is de koollaag waaraan de Canyon tegenwoordig haar naam dankt.
Het is moeilijk afscheid nemen, maar de zon begint onder te gaan. Uiteindelijk rijden we onder het metalige gekreun van de oude windmolen bij de voorkant van de Canyon, terug naar Page.