Curaçao
Curacao ontdekken
Vanaf Hato airport koersten we in de huurauto naar de hoofdstad Willemstad, waar we rondliepen door de wijken Punda en Otrobanda met hun prachtige okergele en pastelkleurige panden. In Willemstad raak je niet snel uitgekeken met maar liefst 765 nationale monumenten. We liepen op zeebenen over de wiebelige Koningin Emmabrug, de 168 meter lange brug die op vijftien pontons rust en daardoor de brug door de bevolking Pontjesbrug wordt genoemd. Via de Handelskade liepen we door naar de drijvende markt, de Mercado Flotante, waar we wat vers fruit en verse vis kochten. ’s Avonds flaneerden we door de stad, waar een mooi winkelaanbod is en aten een hapje bij het Plein Café Wilhelmina. Daar staan koninklijke namen op de menukaart zoals een Maxima en een Willem-Alexander. Op de terugweg naar het appartement in de wijk Pietermaai stopten we voor een drankje bij Mundo Bizarro.
In de dagen daarna bekeken we landhuizen met de namen Daniel, Chobolobo en Siberië en dronken water uit de bron met zoet water bij San Pedro. In Shete Boka National Park spotten we leguanen in alle soorten en maten en hadden we het geluk om een zeeschildpad van dichtbij te zien. Het Slavernijmuseum dat in het landhuis Knip gevestigd is maakte weer andere emoties los. Ons vakantiegevoel kwam weer een beetje terug na een duik in het beschutte baaitje van Kleine Knip. Daar stond een man het zweet op zijn hoofd te werken aan een luxe bruidstent voor een romantisch trouwfeest op het strand.
We bezochten de Struisvogelfarm en de Aloë Vera Plantation bij Groot Sint Joris aan de zuidkant van Curacao. En streken neer op een ligbed op één van de luxe stranden van Mambo Beach en Jan Thiel Baai. Je moet het leuk vinden om op een rijtje te liggen chillen. Maar persoonlijk zaten wij liever op het strand van Daaibooi, waar een Nederlandse friet en kroket te koop was en je onder een gehavende palapa kon zitten. Heerlijk met een ijskoud glas limoenchi limonade en af en toe het water in om te snorkelen of te zwemmen.