Cano Negro
Cano Negro. Als ik later groot ben.
Later als ik groot ben weet ik wat ik worden wil. Later, als ik klaar ben met directeurtje. Als ik later groot ben word ik vogeltoerbegeleider. Op de Cano Negro. In de vogelwinkel zoek ik dan een vogelkaartje uit. Met vogelsoorten erop. Die leer ik uit mijn hoofd. Vervolgens leer ik wat Latijnse namen. Daar hoef je geen Cambridgediploma voor te hebben. Latijnse klanken zullen overigens ook volstaan, denk ik. Op de rondvaartboot zal de beste plaats voor mij zijn. Onderuit gezakt staar ik door mijn verrekijkertje, net alsof ik heel geinteresseerd ben. Bij iedere modale Costa Ricaanse huismus die ik spot zal ik opvliegen uit mijn luie stoel en krijs ik enthousiast "Wauw" of " Te cool!" of "Un be lie ve ble!" of "Krijg nou tieten!" (in het Engels dan). Zo geef ik toeristen het gevoel dat elk vedertje hoogst exclusief is. Ik bral mijn geleerde Latijnse klanken uit en de reizigers zullen denken dat ik de Latijnse vogelnaam oplepel. Daarna eikel ik enkele vogelweetjes door de microfoon. De opgewonden vakantiegangers zullen aan mijn lippen hangen en klakkeloos mijn informatie opslurpen. Grapjes doen het ook altijd goed. Ik leer twee flauwe vogelmopjes uit mijn blonde blauwe kop (daar hoef je geen Urbanus voor te heten) en mijn carriere als vogeltoerbegeleider kan beginnen.
De vogeltoerbegeleidster van vandaag vroeg of iemand het verschil wist tussen een mannelijke aalscholverkuiken en een vrouwelijke. "De vrouwelijke piept meer", antwoordde ik. Fout antwoord, aldus het vrouwelijk gedeelte van de reisgroep. Kwaad kijkend. De rest was het volgens mij roerend met me eens, maar hield wijselijk zijn mond. De vogelwereld en onze mensenwereld vertonen nu eenmaal veel overeenkomsten.
Vogeltjes zijn niet zo mijn dingetje. Grote gekleurde vogeltjes met lange snaveltjes wel. Of grote roofvogeltjes, die hun hulpeloze prooitjes in mooie kleine stukjes rijgen. Die ook. Als kind al had ik een fascinatie voor grote vogels. Die megagrote blauwe reiger deed menigmaal mijn kinderhartje tekeer gaan. Om 18.15 uur stipt genoot ik dagelijks en intens van dit ultiem gevleugelte: Pino.
Vogeltjes zijn niet zo mijn dingetje. En toch word ik vogeltoerbegeleider als ik later groot ben. Op de Cano Negro. Want kaaimannen, leguanen en slingerapen vind ik wel leuk!