Costa Rica
Rincon de la Vieja. Mopperig.
Wat zou Costa Rica zijn zonder ruisende bergbeekjes, bruisende watervallen en majustueuze vulkanen? Maar wat in hemeltjesnaam brengt bevolking ertoe om zich te vestigen aan de voet van een brommende vulkaan? Mensen met jonge kinderen. Gezinnen dus. Deze tweede vraag intrigeert me. Hier heb je niets te zoeken! Ga weg! Als je geen hunkerende deathwish hebt zijn er aangenamere woonplekjes te vinden. Je tart het lot. Je tart je leven. En het leven van je kroost!
Op 29 juli 1986 werd Arenal wakker. En Arenal stapte niet bepaald met zijn beste beentje zijn bed uit. Woedend mikt hij zijn kolkende maagstenen op onschuldige burgers. 78 van hen vonden op de flank van mopperende Arenal hun definitieve waterlo. Begraven hoefde niet meer. De crematie had al plaatsgevonden. Tot op de dag van vandaag is Arenal knorrig. Tot een woedeuitbarsting kwam het gelukkig niet meer.
Zonder gedag te zeggen verlieten we vanochtend Arenal. We wilden niet het risico lopen hem te wekken. Vulkaan Rincon de la Vieja, waar we vandaag zijn, is minder humeurig. Alhoewel ook hij zijn streken heeft. Het nationaal park Rincon staat bekend om zijn markante kraters, lieflijke meertjes, damp die sissend uit scheuren in de aarde komt, kokende moddergaten en zwavelbronnen. Deze ervaring had ik nooit eerder. Eigenlijk vind ik vulkaan Rincon dus best een lieverdje.