Madrid, de charmante hoofdstad van Spanje, Deel II.
Madrid, de charmante hoofdstad van Spanje, Deel II.
Vuelta de Iberia / Madrid en omgeving, deel II.
De huurauto haalden we op in het gigantische Estación de Atocha, een monument op zich.
Vanuit dit treinstation rijdt de AVE, de hogesnelheidstrein, naar Barcelona, Valencia en Sevilla. Naast de grote passagehal is een gigantisch soort broeikas gebouwd, een grote, warme en vochtige ruimte vol tropische bomen en planten. We hadden een Opel Corsa gereserveerd, maar bij het AVIS kantoortje kregen we de sleutels mee van een Renault Mégane. Niet alleen een grotere en comfortabelere auto, maar ook uitgerust met airconditioning. En dat bleek in deze periode geen overbodige luxe te zijn !! Let wel, dit is allemaal 10 jaar geleden, dus we waren nog niets gewend !
Onze eerste dagtrip ging in de richting van Toledo, op een uur rijden ten zuidwesten van Madrid. Tijdens onze trips rijden we meestal op N-wegen, die vooral in de omgeving van grote steden ook bijna allemaal verbreed zijn en in feite doorgaan voor snelwegen zonder tol.
Toledo is te bereiken over de N 401 en ligt zo´n 70 kilometer van Madrid. De stad is gebouwd op een berg, en al vanuit de verte is de burcht ervan goed te zien. De stad inrijden is mogelijk, maar een parkeerplaats vinden haast niet, dus het beste is om de auto op een van de parkeerplaatsen buiten de stadsmuren neer te zetten en verder te lopen.
Iedereen die Madrid bezoekt, maakt ook wel een uitstapje naar Toledo, dus het is er altijd wel druk, maar toch heerst er een gemoedelijke en ontspannen sfeer.
Uiteraard is de burcht op het beste plekje van de stad gebouwd en hier kun je dan ook genieten van het uitzicht over de Taag, die richting Lissabon stroomt en daar in de Atlantische Oceaan uitmondt en over de vlaktes van Castilla-La Mancha, het gebied waar het verhaal van Don Quijote zich afspeelt.
Vanuit Toledo gingen we richting Aranjuez, een vroegere hoofdstad van Spanje, waar we na een mooi ritje van zo´n 50 kilometer over de N-400 aankwamen. Het hele stadje lag zo´n beetje onderste boven, ze waren overal flink bezig met de renovatie van het paleis en het opknappen van de tuinen en de straten. Maar ook nu was het zeer zeker de moeite waard en brachten we wat tijd door met een wandeling door de mooie tuinen van het paleis en langs het watervalletje.
Aranjuez staat bekend als het aardbeienstadje; er is zelfs een speciale trein vanuit Madrid, waar je aan boord deze lekkernij geserveerd krijgt.
Moe maar voldaan gingen we terug richting de hoofdstad.
De volgende dag gingen we naar Salamanca, voor een eerste kennismaking met de stad en de provincie waar we een jaar later 5 maanden zouden gaan wonen.
Over Salamanca zelf vertel ik dan ook iets verderop.
Salamanca is vanuit Madrid te bereiken over de A-6, de snelweg naar La Coruña, en over de oude hoofdweg dwars door de Sierra de Gredos.
We hebben dan ook heen de ene en terug de andere route gepakt.
Het eerste stuk van de snelweg, tot ruim buiten Madrid, is tolvrij. Na het uitrijden van een tunnel is het een kwestie van een kaartje pakken en doorkarren tot de afslag Avila.
Vanaf de snelweg is het dan via Avila nog zo´n anderhalf uur rijden naar Salamanca.
Het gebied rond Avila, aan de voet van de Sierra de Gredos, ligt bezaaid met gigantische, op elkaar gestapelde keien, soms in zo´n vorm dat je je afvraagt of dat het werk van de natuur of van de mens is geweest.
Avila, de hoogst gelegen provinciehoofdstad van het land, staat bekend om de perfect bewaarde stadsmuur. De stad zelf is tegen een heuvel aangebouwd. Vanaf de andere heuvels om de stad heen, bijvoorbeeld vanaf Cuatro Postes, de plek op de route naar Salamanca waar een kapelletje staat, is de stadsmuur in volle glorie te bewonderen.
´s Winters ligt hier meestal sneeuw, wat voor nog sprookjesachtigere taferelen zorgt. Na Avila gaat de weg het grootste gedeelte naar beneden en eenmaal de bergen uit kom je in een uitgestrekt landschap met weilanden en gele korenvelden terecht.
Na het passeren van het stadje Peñaranda de Bracamonte wordt de reiziger vanuit de verte begroet door een gitzwarte, steeds groter wordende stier. Dit blijkt een gigantische reclamebord te zijn van een bekend sherrymerk, en naast de echte beesten van vlees en bloed zijn zulke stieren dan ook door heel Spanje te vinden.
Op enkele kilometers van Salamanca kruist de weg de Tormes, de rivier die in de Sierra de Gredos ontspringt en een eind verderop, aan de Portugese grens, in de Duero uitmondt.
Dan volgen de vliegbasis Matacán, het dorp Calvarrasa de Abajo en Santa Marta de Tormes. Dat laatste is een soort forenzenplaats; veel mensen uit Salamanca zijn naar Santa Marta getrokken vanwege het rustigere leven of gewoon omdat de woningprijzen een stuk lager liggen dan in de stad.
Een paar maanden na deze vakantie kregen we te horen dat mijn partner op de vliegbasis kon komen werken en we hadden dan ook een leuke flat in Santa Marta gehuurd.
Na de dag in Salamanca doorgebracht te hebben zijn we helemaal via de oude route naar Madrid teruggereden.
Eerst weer naar Avila en dan, door de stad, om de oude stadsmuren heen, de bergen in. Deze prachtige route voert dan over en tussen de bergen naar El Escorial, waar een majestueus paleis staat.
De route tussen El Escorial en Madrid wordt dan ook de Koninklijke route genoemd, aangezien de blauwbloedige familie regelmatig heen en weer pendelde tussen de hoofdstad en dit buitenverblijf.
Langs deze route staat het ook volgebouwd met vakantiewoningen van rijkere Madrileños, die vooral tijdens de weekends de stad ontvluchten en hier in de bergen van de frisse lucht genieten.
´s Winters valt hier ook wel te skieen, al is de Sierra de Guardarrama, ten noordwesten van de stad, daar meer geschikt voor.
In ieder geval waren we verliefd geworden op de gracieuze hoofdstad van Spanje en haar omgeving en zouden we hier zeker vaker terugkomen.
Wordt vervolg met Madrid-Barcelona !!
==================================