De bogen van de Mezquita
Córdoba,
Spanje
De moskee oftewel de Mezquita van Córdoba
De Mezquita is de kathedraal van Córdoba in Spanje. Het historische centrum van de stad met de kathedraal staat op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Mezquita is Spaans voor moskee. Hiermee wordt verwezen naar de functie van het gebouw voor de Reconquista, voordat het een kathedraal werd. De totale oppervlakte meet 23.000 m2 met meer dan 300 zuilen.
De Mezquita is een uniek architectonisch monument op de plaats waar ooit de Visigotische kerk Vincentius van Zaragoza stond, die op de fundamenten van een Romeinse tempel was gebouwd. Na de verovering van Córdoba in 711 door de Moren werd vanaf de 8e eeuw een moskee gebouwd die sinds de christelijke herovering van Córdoba in 1236 als de kathedraal van het bisdom Córdoba in gebruik is. Koning Ferdinand III van Castilië en keizer Karel V lieten de kerk uitbreiden en verfraaien. In de loop der eeuwen hebben verschillende verbouwingen plaatsgevonden, zodat tegenwoordig zowel de Moorse als de christelijke invloeden duidelijk herkenbaar zijn. Zowel het grondplan van een traditionele moskee als het Latijnse kruis voor een kathedraal zijn terug te vinden in het gebouw.
Nadat de Moren in de 8e eeuw de gebieden rond Córdoba veroverden, werd de helft van de Visigotische Sint-Vincentiuskerk [ onder dreiging van onteigening ] verkocht aan de aanwezige moslims. Toen die helft te klein bleek voor de groeiende islamitische bevolking, kochten de moslims ook de andere helft van de kerk, zodat de katholieke gemeenschap genoodzaakt werd de kerk op te geven. Het oorspronkelijke kerkgebouw werd gesloopt en men begon met de bouw van de moskee. Abd el-Rahman I (756-788) liet daarvoor rond 780 de marmeren zuilen van nabijgelegen Romeinse villa’s gebruiken. Deze waren echter te klein om de juiste hoogte te behalen. Door een tweede boog aan te brengen kon dit alsnog worden bereikt.de moskee heeft hieraan zijn unieke bouw te danken.
In 848 liet Abd el-Rahman II een speciale gebedsruimte aanbrengen, de huidige Capilla de Villaviciosa.
Al-Hakam II breidde in 961 de moskee uit, waarbij de mihrab werd aangebracht. Opmerkelijk is dat deze niet de qibia volgt; in plaats van 112 graden (richting Mekka) heeft men hier 150 graden gehanteerd. De reden is onbekend. Voor de eerste keer werd de gebedsrichting aangegeven met een nis in de muur, wellicht door christelijke of Romeinse beïnvloeding.
De huidige omvang werd in 987 bereikt door de toevoeging van 8 extra beuken door Al-Mansour. Daardoor ging een gedeelte van de symmetrie verloren en verloor de gebeds nis de centrale positie. De Mezquita was destijds de grootste moskee van Europa, tweede grootste na die van Mekka en had een capaciteit om twintigduizend mensen te herbergen. Oorspronkelijk stonden er zo’n 1200 zuilen in de gebedsruimte. Karel V gaf in 1523 toestemming aan de bisschop van Córdoba om het geheel om te bouwen tot een kathedraal. Architect Hermán Ruiz ontwierp daarop in het hart van de moskee een kathedraal, waarvoor ongeveer 400 zuilen werden verwijderd. De keizer was ontevreden over het resultaat en zou hebben verzucht bij het zien van het bouwwerk: “U hebt iets gebouwd dat u of anderen overal gebouwd hadden kunnen hebben, maar u hebt iets verwoest wat uniek was in de wereld”. Doordat het bouwen van de kathedraal erg lang duurde, zijn er een aantal verschillende bouwstijlen gebruikt. Daarnaast heeft de kathedraal ook een positieve uitwerking op de constructie: de Mezquita is hierdoor beter bestand tegen een aardbeving.
Het gebouw liet een diepe indruk na bij de kunstenaar Escher. De invloed van de Mezquita in onmiskenbaar in zijn werk.
Het ernaast gelegen Alcázar is een 14e eeuwse vesting, sober met mooie tuinen, waar de Katholieke Koningen en Columbus elkaar in 1486 hebben ontmoet.