In tegenstelling tot wat de naam doet verwachten, doet Siberië erg tam aan. Waar dit tot de verbeelding sprekende landschap in de winter overdekt is met een dikke laag sneeuw, maakt het in de zomer plaats voor veel groene vlaktes, nog meer bomen en uitgestrekte taiga (vochtige naaldwouden). Met de trein trek je door eindeloze, maar eentonige vlaktes. Het Baikalmeer is daar een welkome uitzondering op. Dit grootste zoetwatermeer van de wereld wordt ook het 'het oog van Siberië' genoemd en wordt omringt door kolossen met besneeuwde toppen. Het meer huisvest ook veel vissen, waardoor de visserij een van de inkomstenbronnen van de bewoners rondom het meer is.