Madeira

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Het toppunt van wandelen

Madeira,
Portugal


Deze foto is genomen op de top van Pico do Arieiro op het Portugese eiland Madeira, op vrijdag 18 juni 2021 rond 14.00 uur.

'Op het moment dat ik de auto uitstap, voel ik meteen dat boven op de 1.818 meter hoge derde berg van Madeira, Pico do Arieiro, een jas allesbehalve een overbodige luxe is. De thermometer geeft 7 graden Celsius aan. Letterlijk een wereld van verschil met de zonnige zuidkust waarvandaan ik 35 minuten geleden vertrok. Mijn doel van vandaag is het állerhoogste punt van het eiland: de top van Pico Ruivo op 1.862 meter. Het wordt een uitdagende wandeling van ruim zes kilometer. Heen. En daarna dezelfde weg ook weer terug.

Ik ben nog maar net gestart of mijn knieën schieten als een soort tegengesteld Pavlov-effect in de verstijving. Door de kou, door de spanning van wat me te wachten staat, gevoed door de wetenschap dat veel mensen deze tocht schijnen te onderschatten, en als boetedoening voor mijn eigenwijze keuze om toch een hotpants in plaats van mijn vuile maar wel lange en dus warme spijkerbroek aan te doen. De wind is guur, maar dat mag de pret niet drukken. Ik loop trap na trap naar beneden. Steeds steiler. Dit gaat nog opvallend soepel. Ik probeer de gedachte dat ik dit op de terugweg allemaal omhóóg moet lopen te verdringen.

Op geleide van het zaklamplicht op mijn telefoon doordring ik via pikdonkere en natte tunnels het indrukwekkende massief. Aan de andere kant volgt het vlakke stuk tussen de beide toppen in, over niet meer dan een verbrede richel aan de volledig verticale, soms zelfs een beetje overhellende bergwand. Het uitzicht op de ruige, groene wereld is waanzinnig. Ik kan er inmiddels nóg meer van genieten nu de temperatuur aangenamer is geworden.

Op 3,7 kilometer waarschuwt een voorbijganger die alweer is teruggekeerd van de top dat het vanaf dit punt volle bak klimmen is. En daar heeft ze niets aan gelogen. Het is over met het beginnerswerk, nu moet ik als gevorderde bergsporter aan de slag. Stap voor stap klauter ik over de stenen. Maar drie keer is er een échte, normale stalen trap, simpelweg omdat de klim zonder te steil en daarmee onmogelijk is. Verbaasd probeer ik te bedenken hoe men dit pad hier ooit heeft aangelegd.

De beloning die de natuur me geeft voor al dat geploeter over dit moeilijkste stuk voelt wrang: ik zit weer in de mist. De omgeving is veranderd in dat van een onheilspellend bos uit een griezelsprookje of fantasy verhaal. Terwijl ik door blijf stijgen, tel ik de laatste achthonderd meter af. Tree voor tree. En dan is daar eindelijk de top van Pico Ruivo. I did it!

Bij de eerste stap naar beneden voel ik de pijn in mijn knie. Overbelaste, te koude spieren. Ik vrees voor een hele zware terugweg. Maar gelukkig blijven de klachten beperkt tot de frisse afdaling en loop ik een stuk beter vanaf het dal, waar inmiddels de zon is gaan schijnen en de prachtige vergezichten zich helder op mijn netvlies presenteren. Inmiddels hebben ook aanzienlijk meer wandelaars zich aan deze tocht gewaagd. Dan is het nog maar twee kilometer. Twee kilometer omhóóg, via een eindeloze steile trap. Een pittig einde waarvan ik wist dat die ging komen maar die ik bewust vergeten was. Ik sta even stil op het punt waar het smalle pad de enige scheidingslijn is tussen twee immense afgronden. Op deze richel voelt het bijna alsof je aan het koorddansen bent. Wauw, wauw, wauw! Spectaculair! Dit is het hoogtepunt van Madeira en absoluut ook van deze reis. Ik ben letterlijk in de wolken.'