Het Casa de Santa Maria (Huis van de Heilige Maria) was ooit een luxe privéwoning in Cascais, Lissabon, Portugal. Het werd in oktober 2004 overgenomen door de gemeente Cascais en is nu een museum. Het combineert verschillende architecturale stijlen en invloeden.

Aan het einde van de 19e eeuw kocht Jorge O'Neil, een aristocraat die verbonden was met de tabaksindustrie, een stuk land in de buurt van het Santa Marta-gebied van Cascais. Hij had eerst gebouwd wat nu het Condes de Castro Guimarães-museum is en gaf later een opdracht voor het Casa de Santa Maria als huwelijkscadeau voor zijn dochter. Deze dateert uit 1902 en is ontworpen door de architect Raul Lino, die zijn carrière in Cascais begon en een reeks huizen ontwierp voor vrienden. In het geval van Santa Maria kreeg hij de opdracht om de populaire stijlen van die tijd te negeren en het huis te ontwerpen met alleen materialen uit Portugal. Het uiteindelijke ontwerp werd sterk beïnvloed door de Moorse bouwstijl, die veel van de mooiste gebouwen van Portugal had gevormd. Deze invloed is het meest zichtbaar in het gebouw, met hoefijzerbogen die de centrale kamers met elkaar verbinden.
Rond 1914 werd het pand verkocht aan de ingenieur José Lino Júnior, de oudere broer van Raul Lino, de architect. Lino, een grote verzamelaar en kunstliefhebber, kocht bij een oude kapel in Frielas een set 17e-eeuwse Azulejo-tegels en een houten olieverfschilderijplafond, dat is toegeschreven aan António de Oliveira Bernardes. Hij breidde het gebouw uit door aan elk uiteinde onderdelen toe te voegen, waarbij het werk ook werd ontworpen door Raul Lino.

In 1934 werd het huis gekocht door de familie Espírito Santo, die beroemde bezoekers ontving zoals Charlotte, Groothertogin van Luxemburg, koning Umberto II van Italië en de hertog en hertogin van Windsor. Andere bezoekers aan de huis omvatten de voormalige Amerikaanse president, Richard Nixon.

Het huis is nu te bezichtigen van dinsdag tot en met zondag. Het heeft geen beweegbare artefacten, maar bevat een rijke collectie tegels en schilderijen, voornamelijk uit de Portugese barok. Op de begane grond zijn de wanden van de kamers bedekt met polychroom blauw en geel geschilderde tegels, oorspronkelijk afkomstig uit het Marvila-klooster in Lissabon. Op de eerste verdieping bevat de kapel betegelde verhalende scènes uit het leven van de Maagd Maria, geproduceerd in Talavera, Spanje aan het einde van de 16e eeuw. Op het plafond geschilderde bloemmotieven zijn van Raul Lino. Naast de deur is de Grote Zaal met een beschilderd plafond en met tegels beklede muren. De kelder bevat avant-gardistische beschilderde tegels van rond 1920, eveneens ontworpen door de architect.

(Bron: Engelse Wikipedia)