De afgelopen dagen maakte ik een korte stedentrip naar Wenen. Een stad die een ietwat braaf, stijf en statig imago heeft. Ik was heel benieuwd of deze eigenschappen nog altijd van toepassing zijn op deze hoofdstad, of dat het zich inmiddels ontwikkeld heeft tot een bruisende metropool.

Hoewel er ongetwijfeld veel eigentijdse clubs en restaurants hun deuren hebben geopend, kreeg ik in Wenen toch eigenlijk wat ik verwacht had. Stijlvolle, pompeuze panden en paleizen, overzichtelijke en schone straten, en inwoners die braaf voor elk stoplicht wachten en keurig rechts blijven staan op de roltrappen.

Dit maakt Wenen echter niet minder geschikt voor een stedentrip! De stad herbergt een groot cultureel erfgoed, en de gebouwen zijn verbluffend mooi om te zien. De sfeer is goed en voelt veilig. En ik moet toegeven, stiekem is het erg leuk om een stad te ontdekken aan de hand van de clichés. Dus ja, ik at Mozart-Kügeln en Sachertorte (en dronk daar uiteraard een Wiener Melange bij). En ja ik bezocht een klassiek concert. En ja, ik deed me tegoed aan de o zo beroemde Wienerschnitzel. Hij smaakte voortreffelijk.

Wenen is dus zeker een bezoek waard! Er zullen zeker mensen zijn die mijn verhaal niet beamen, omdat zij wél de hipste clubs gevonden hebben. Maar eerlijk is eerlijk, ik had geen best weer, en dan zoek ik ook niet graag urenlang :-) Qua fotograferen vind ik regen trouwens niet erg, je kunt het ook in je voordeel gebruiken. De reflecties en de parapluutjes zijn best een toevoeging aan het straatbeeld.