Tussen hoge rotswanden geklemd ligt dit schattige vissersdorpje met zijn mooie rode rorbuer (te huur) en gele pakhuizen. Er wordt hier niet meer gevist, omdat de vissers hier lang geleden zijn vertrokken.
Het dorpje leeft nu alleen nog van het toerisme, en van juni tot augustus betaal je om hier binnen te komen (50 NOK p.p/tot 12 jaar gratis)
Je moet het eigenlijk zien als een openluchtmuseum en het staat dan ook op de lijst van beschermde landschappen van Unesco.
De houten gebouwen zijn opengesteld voor publiek, zoals een zagerij, de loods voor vissersgerei, de kruidenierswinkel uit 1907, de visrokerij, de smidse en de fabriek van levertraanolie.