Limburg

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Roodstelig netwatje

Limburg,
Nederland


Het Roodstelig Netwatje vind je in de late herfst en in de winter. Dit heeft waarschijnlijk te maken heeft met het feit dat deze soort een hoge luchtvochtigheid benodigt voor de vorming van de sporen. Ze kunnen de kou goed verdragen. Je vindt ze op oud, dood en zeer vochtig hout, of onder de loslatende bast. Eigenlijk is dit geen zwam, maar een zgn. Myxomyceet. Ze worden echter meestal slijmzwam genoemd. Een myxcomyceet bestaat uit microscopisch kleine eencellige organismen die samensmelten en uitgroeien tot een kolonie (plasmodium). Het plasmodium voedt zich met bacteriën, gisten, sporen en schimmels. Uiteindelijk vormen ze (zoals hier op de foto) vruchtlichaampjes, waarbij sporen worden gevormd. Vergelijk het met hoe dat bij een bewegende amoebe gaat. Kleine organismen in elk geval en de namen die ze dragen eindigen dan ook meestal op -je-, -tje of -pje, zoals Netpluimpje, Draadwatje, Netplaatje, Kroeskopje, Kalkschaaltje. En Netwatjes natuurlijk. De fraai gekleurde slijmerige “hoedjes” hebben slechts een doorsnee van zo’n 2 à 3 mm. Naar de rode steeltjes zul je in het begin tevergeefs zoeken. De onrijpe vorm is nu nog rozerood, maar tijdens het rijpingsproces verandert die van kleur. Als het materiaal na enkele dagen gedroogd en uitgerijpt is, zijn de steeltjes ook rood geworden. De bolletjes zijn veranderd van rozerood naar geel en daarna bruinachtig. Als zo’n bolletje openbarst heeft het pluimpje wat weg van een watje (of sponsje zo je wil). Vandaar de naam Roodstelig netwatje.