Gisteren was ik in het onvolprezen Teylers Museum te Haarlem, het eerste en oudste museum van Nederland. De hier getoonde Ovale Zaal werd al in 1784 voor het publiek opengesteld. Hij grenst aan het woonhuis van de vermogende Haarlemse bankier en zijdehandelaar Pieter Teyler van der Hulst. Deze man deed iets nuttigs met zijn centen. In zijn testament bepaalde hij dat zijn vermogen moest worden ondergebracht in een stichting met o.m. als doel de bevordering van kunst en wetenschap.

De uitvoerders van het testament besloten een museum te bouwen waarin voorwerpen van kunst en wetenschap verenigd zouden worden. De boeken dienden voor studie, de natuurkundige instrumenten werden gebruikt voor demonstraties, terwijl over de tekeningen werd gediscussieerd tijdens kunstbeschouwingen.
De zaal is nog steeds in zijn oorspronkelijke vorm te bewonderen. de kostbare collectie boeken staat op de omloop van de zaal. De natuurkundige instrumenten worden bewaard in kasten langs de wand. Alleen de mineralenvitrine werd pas begin 19e eeuw op het centrale meubel geplaatst waarop oorspronkelijk de instrumenten werden gedemonstreerd.

Verzuim niet om dit boeiende museum te bezoeken; keizer Napoleon I, ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt, componist Giuseppe Verdi en natuurkundige Albert Einstein gingen je voor.